dinsdag 28 september 2010

Zelfhelp leert je leven. Dees Postma

Bron: http://www.psy.nl/fileadmin/files/psyarchief/Files_2008/Dossier_De_kater_van_de_nazorg.pdf

Veertig jaar geleden kwam ik – 35 jaar oud – in
de Jellinek terecht. Niet lang daarvoor had ik een
goede bekende om raad gevraagd. Hij zei: ‘Het
woord drank staat met grote letters op je voorhoofd’.
Dat kwam aan als een mokerslag. Opeens
doorzag ik mezelf en de situatie. Ik capituleerde
zonder enige aarzeling en had vanaf dat moment
nog slechts het verlangen iets aan mijn drankprobleem
te doen. Hij wist me bovendien hulp te bieden.
Niet bij een dokter, maar bij een lotgenoot,
een voormalig patiënt van de kliniek en actief in
de AA. Vaak kwamen mensen van AA langs en ik
begon, zodra mogelijk, met het wekelijkse groepsbezoek.
Vanaf dit moment is alles in mijn bestaan
gaan veranderen. Ik leerde luisteren, lachen en –
eigenlijk voor ’t eerst: Leven.
Het volgende hoofdstuk in mijn ontdekkingsreis
heette Verbazing. Het lijkt alsof mensen weerstand
ontwikkelen zodra het over behandeling of ‘de zelfhelpgroep’ gaat. Ik hoorde allerlei kritische
redeneringen, waaruit zou moeten blijken dat al
die zaken niet helpen. Misschien heeft dat te
maken met de angst afstand te moeten doen van
het beproefde en geliefde middel. Want de kern
van verslaving is dat de verslaafde geen reële kijk
meer heeft op zichzelf en zijn situatie.
Net zo weerbarstig is het ontwikkelen van een
nieuw leven. Ik geloof dat verslaving in essentie
voortkomt uit het niet kunnen accepteren van een
bestaand tekort in jezelf. Zodra je erin slaagt de
verslaving te stoppen, begint pas het echte werk.
De rest van je leven is er dan nog heel wat te
doen. Je hebt daar je handen vol aan, en soms
meer dan dat. Verwacht echter niet van hulpverleners
dat ze dat deel van je leven ook nog eens
voor je invullen. Dat moet je zelf doen. Juist in
dat opzicht heb ik zo onnoembaar veel geleerd
van de zelfhelpgroep. Na al die jaren vind ik het
nog steeds een voorrecht wekelijks aan tafel te
schuiven om te luisteren naar en te praten over
alles wat mensen met een verslavingsachtergrond
bezighoudt.
De verslavingszorg moet de patiënt helpen om
niet meer te gebruiken en de voorwaarden scheppen
om een leven op te bouwen. De zelfhelpgroep,
bestaande uit lotgenoten, kan je helpen te
leren leven in vrijheid. Maar alles valt of staat
met je eigen keuze. En dat is heel wat anders dan
het definiëren van verslaving als een chronische
ziekte.

Betaalde ervaringsdeskundigen: Criticasters van de hulpverlening


De ervaringsdeskundige als betaalde kracht doet zijn intrede
in de psychiatrie. Maar de reguliere hulpverleners zitten niet
altijd te wachten op mensen die hun werk kritisch tegen het
licht houden. Toch is dat juist hun meerwaarde: het team
wakker schudden vanuit het oogpunt van de cliënt.

Zag je hoe er gehandeld werd met de pillen?’, vraagt ervaringsdeskundige Bea Knopper. Eh, nee, ik heb niks gezien in de huiskamer van ACT-team GGZ Delfland in Delft. Iedere ochtend kunnen hier daklozen en verslaafden terecht voor een kop koffie en een tosti. Ook kunnen ze hier hun medicijnen en geld
ophalen. Een manier om contact te houden met deze moeilijke groep cliënten.
‘Pillen, dat is handel voor ze’, zegt Knopper. ‘Kalmeringsmiddelen en slaapmiddelen leveren nog aardig wat op. En daar kopen zij dan weer speed van of wiet.’ Knopper kent het klappen van de zweep: jarenlang was ze zelf verslaafd aan cannabis en cocaïne en daarom kent ze alle trucjes en gebruiken van de gemiddelde verslaafde. De handel in pillen was altijd al bloeiend. Verslaafden
slikken kalmeringsmiddelen na gebruik van crack of cocaïne om tot rust te komen en om de kick van de volgende dosis te verhogen. En dan zijn er nog degenen die alleen verslaafd zijn aan kalmeringsmiddelen. Aan deze mensen is het altijd goed verkopen. ‘De trucjes om stiekem dingen aan elkaar door te geven
heb ik wel snel door. Je ziet het aan de blik in hun ogen, hun
houding, hun lichaamstaal.’

Haar knippen
Zes jaar geleden lukte het haar om af te kicken en sinds anderhalf
jaar zet ze haar ervaring in bij het ACT-team van GGZ
Delfland. Haar directe collega Ed van Putten zit al jaren in de
verslavingszorg: ‘Ja, ze ziet op dat vlak meer dan wij. Het komt
echt regelmatig voor dat ze tijdens het ochtendoverleg over een
van de cliënten zegt dat die aan het “shoppen” is, terwijl wij
nog denken dat diegene op dat moment middelenvrij is. Of ze
bepleit dat we meer van een cliënt moeten gedogen of juist niet.
En ze weet dat overtuigend onder woorden te brengen.’
In de huiskamer gebeurt intussen van alles. Een oudere bebaarde
man loopt grauwend en grommend met een grote Albert
Heijntas de deur van de bruingerookte huiskamer uit. Een ander
roept luidkeels dat hij nu eindelijk wel eens een woning wil en
dat hij met de tien euro die hij net heeft ontvangen onmogelijk
het hele weekend kan doorkomen. Intussen draait Rik een blowtje.
‘Oh nee, dat mag hier niet hè’, zegt hij na een korte opmerking
van Knopper.

Even later zal zij het haar van Rik knippen. Voortdurend pratend
en grapjes makend ondergaat Rik de kapbeurt. Later zegt
Knopper: ‘Dat ik hem mag knippen is al een hele ontwikkeling:
veel van die jongens zijn jarenlang door helemaal niemand
meer aangeraakt. Een half jaar geleden was Rik erg gesloten en
voortdurend boos. Dat is een groot verschil met nu. En ik denk
dat ik daar als ervaringsdeskundige ook een rol in heb gespeeld.
Hij vertrouwde mij eerder dan andere hulpverleners, simpelweg
omdat hij in mij iets herkende.’

Zware opleiding
Herkenning, vertrouwen, gemakkelijk door smoezen heenprikken.
Het zijn kwaliteiten die Bea Knopper als geschoold ervaringsdeskundige
iedere dag inzet voor het ACT-team, dat uit
twaalf mensen bestaat. Knopper is de enige ervaringsdeskundige.
‘Het is ook mijn rol voor de cliënten op te komen. Dat kan
ik doen vanuit mijn eigen ervaringen. Ik weet hoe het voelt om
nog net wat geld te hebben en hoe dat in je handen brandt. En
ik weet ook hoe het is om opgenomen te zijn en in een isoleer
te zitten. Werken aan eigenwaarde is van groot belang, ook dat
heb ik geleerd van mijn eigen ervaringen. Eerst die eigenwaarde
een beetje terugkrijgen en eventueel daarna pas werken aan
echt clean worden. Daar wijs ik de andere teamleden regelmatig
op. Zij hebben de neiging alleen in te zetten op afkicken.’
Knopper is een van de naar schatting dertig ervaringsdeskundigen
in Nederland die bij ACT-teams worden ingezet. De uit
Amerika overgewaaide assertive community treatment
heeft in zijn oorspronkelijke vorm steevast
een ervaringsdeskundige in het team.

In Nederland is dit kenmerk van ACT lang niet overal overgenomen, maar langzaamaan dringt in de ggz door dat ervaringsdeskundigen een meerwaarde hebben, simpelweg
omdat ze dichterbij de patiënten staan. Daarbij kunnen ze putten
uit hun eigen ervaringen als patiënt en kunnen ze ook het
belang van de patiënten goed in het oog houden.

Niet iedereen lukt het als ervaringsdeskundige te gaan werken.
Toen Knopper haar verslavingen had overwonnen, en niet meer
werd geteisterd door depressies, werkte ze een paar jaar als
vrijwilliger, onder andere in de psychiatrie. Pas daarna begon ze
de opleiding Begeleider Ggz met Ervaringsdeskundigheid (BGE),
een verkorte opleiding tot sociaal pedagogisch werker niveau 4.
‘We begonnen met 23 mensen, van wie er zeven na twee jaar
een diploma hadden. Twee mensen slaagden een jaar later, en
de rest haakte af. De opleiding is dan ook tamelijk zwaar.



Eerst van de drank af
Op de fiets trappen we ons tegen de wind in door Delft heen
op weg naar Lien, een van Knoppers cliënten. Lien is enkele
jaren geleden ook begonnen aan de opleiding BGE, maar zij
heeft na een jaar moeten afhaken. Bijna geen verslaving is haar
vreemd. Van de heroïne en cocaïne kickte ze eerder al af. Nu is
de alcohol nog altijd een probleem. Maar deze ochtend als we
bij haar arriveren, is ze nuchter. Haar twee honden begroeten
ons uitbundig. Even later vertelt Lien haar geschiedenis van
verslavingen en haar pogingen tot afkicken. Een verhaal van vallen
en opstaan. Lien zou haar verleden graag positief inzetten
als ervaringsdeskundige, maar zo ver is ze nog niet gekomen.
‘De stage in een opvangcentrum was erg zwaar, ook omdat de
andere hulpverleners niet zo goed wisten wat ze met me aanmoesten
en me lieten zwemmen. Ik voelde me weggezet als een
lampenkap. Maar tegelijkertijd kwamen alle cliënten wél op
mij af.’ Het werd te zwaar voor Lien. Ze kreeg een terugval en
moest afhaken. Maar het werk van ervaringsdeskundige weet ze
zeer te waarderen. ‘Ik voel en zie aan Bea dat ze me begrijpt en
weet waar ik het over heb. Zij is ook “daar” geweest, dat is een
enorm pluspunt, het contact met haar geeft me rust. Ik voel bij
haar geen schaamte. Ze weet wat het is om je vader te begraven,
terwijl je onder invloed bent en veel later pas aan rouw toe
te komen.’

Tijdens haar bezoek overlegt Knopper met Lien over vrijwilligerswerk
in de kelder van het gebouw waar het ACT-team in
huist. Cliënten kunnen hier terecht voor schone kleren en huisraad.
Lien wil hier graag aan de slag. Ze zegt dat doelloosheid
de hang naar drank bevordert. Als ze merkt dat ze gewaardeerd
wordt en dat anderen op haar rekenen, kan ze die zucht beter te lijf gaan. Knopper vindt ook dat Lien ’s ochtends iets om handen
moet hebben en dat daarna de kans groter is dat ze minder gaat
drinken. Maar het is de vraag of dat gaat lukken. Enkele dagen
later bespreekt het ACT-team tijdens de dagelijkse ochtendbespreking
haar wens. Knopper is niet aanwezig die ochtend en
kan haar visie nu niet weergeven. De aanwezige teamleden vinden
dat Lien eerst nuchter moet zijn: ‘Ze moet eerst een tijdje
van de drank af zijn voordat ze als vrijwilliger hier kan werken’,
zegt psychiater Sandra van Tongerloo op besliste toon. ‘En dat is
nu duidelijk nog niet het geval.’



chemisch coconneke
Sinds enkele jaren groeit het aantal betaalde ervaringsdeskundigen
in de ggz aarzelend. Precieze cijfers ontbreken, stelt
onderzoeker en ervaringsdeskundige Annette Plooy van het
Kenniscentrum Rehabilitatie. Er zijn nog niet zoveel mensen die
op vaste basis binnen een ggz-instelling hun brood verdienen als
ervaringsdeskundig medewerker. ‘Ggz Eindhoven is daarin vrij
ver met vier mensen in vaste dienst die zich richten op herstel’,
zegt Plooy. ‘Daarom is Eindhoven wel te beschouwen als het
lichtend voorbeeld van de ervaringswerkers.’

Roland van den Nieuwenhuijzen is in Eindhoven ervaringsdeskundige
van het eerste uur. Mede dankzij zijn inspanningen is het ervan gekomen dat hier, na uitgebreide voorbereidingen, in 2004 ‘ervaringsdeskundige begeleiders’ in dienst kwamen.
‘Dat gebeurde niet zonder slag of stoot, we hebben ons als het
ware naar binnen moeten vechten’, vertelt hij. Het team maakt
nu onderdeel uit van Promenzo, de rehabilitatiepoot van GGZ
Eindhoven. Van den Nieuwenhuijzen is wat je noemt een ervaren
patiënt. Vijftien jaar lang worstelde hij met verslaving aan
alcohol en drugs en hij had ook last van psychoses. ‘Ik heb nogal
wat diagnoses ja’, vertelt hij terwijl we in zijn auto op weg zijn
naar een cliënt in een van de randgemeenten van Eindhoven.
‘Verslaving, schizo-affectieve stoornis, stemmingsstoornis met
rapid cycling… Het concept dubbele diagnose heb ik aardig
ingevuld. Ik ben als patiënt door enorme dalen gegaan. Ook als
vrijwilliger ben ik tegen allerlei zaken opgelopen, onder andere
onbegrip en tegenstand van reguliere hulpverleners. Dat geheel
noem ik mijn reis. Die heeft me veel gekost, maar heeft me ook
opgeleverd dat ik me nu kan inzetten als herstelwerker. Die reis
is essentieel geweest voor mijn werk als ervaringsdeskundige.
Ik denk dat je echt wat meegemaakt moet hebben in het leven
om dit werk goed te kunnen doen. Mijn stelling is dat je het met
alleen een paar cursusjes in ervaringsdeskundig werken niet redt.’
Even later zie ik tijdens een huisbezoek bij een van zijn
cliënten hoe hij te werk gaat. Zij is een vrouw van begin dertig,
verslaafd, depressief, blut en wanhopig. Ontspannen en alert
voert Roland een gesprek met haar. Daarbij verwijst hij regelmatig
naar zijn eigen verleden als verslaafde en patiënt. En hij
confronteert haar op een losse manier met haar eigen gedrag,
waardoor ze soms door haar tranen heen toch weer moet
lachen. Ze gebruikt nu al enige dagen niet, maar bekent wel die
ochtend een blow te hebben genomen om haar wanhoop wat te
dempen. ‘Aha, een chemisch coconneke’, vat Roland samen.


Concept herstel niet wijdverbreid
In Eindhoven besteden de ervaringsmedewerkers veel van hun
tijd aan voorlichting en cursussen, zoals Herstellen doe je zelf en
Werken met je eigen ervaring. Hun klanten zijn (ex-)patiënten
die werken aan eigen herstel of die zelf hun eerste schreden op
het pad van de ervaringsdeskundigheid zetten. Maar ook hulpverleners
die meer willen weten over werken met herstel. Dit is een centraal begrip voor de werkers in Eindhoven. Herstel is niet hetzelfde als genezing, eerder een individueel proces. Het
doel is beter te functioneren, als het kan los van hulpverlening.
Maatschappelijk succes staat niet voorop, welzijn en zingeving
wel. Op scholen, zoals de Fontys Hogeschool, geven de
ervaringskundige begeleiders hierover regelmatig voorlichting
en colleges. Roland van de Nieuwenhuijzen: ‘In de reguliere
hulpverlening en in de opleidingen is het concept herstel nog
bepaald niet wijdverbreid.’


Zijn collega Daan Schinning is sinds kort weer bij het team
ervaringswerkers gekomen na een periode als werker bij een
ACT-team. Deze ochtend komt hij hierover vertellen in de cursus
Werken met je eigen ervaring. Hij heeft de diagnose schizofrenie
en is stemmenhoorder. ‘Met deze achtergrond kan ik vanuit
een ander perspectief met cliënten omgaan. Met patiënten die
stemmen horen, krijg ik sneller en beter contact. Ik begrijp nu
eenmaal beter wat ze doormaken dan de hulpverlener die deze
ervaring niet heeft. Maar het is geen wet van Meden en Perzen
hoor. Uiteindelijk is het gewoon heel belangrijk of het wel of
niet klikt met iemand.’ Schinning is weg bij het ACT-team. 

Zijn opvattingen strookten niet goed meer met die van de rest van
het team. ‘Ik vond dat ik onvoldoende bij het team werd betrokken.
Ik beschouw het als mijn taak me in te leven in de cliënt.
Ik heb niet altijd een oplossing, maar ik zie snel wanneer hem
zijn keuzes worden ontnomen, en dat zeg ik dan ook. Andere
teamleden hebben eerder de neiging alles voor de cliënt in te vullen. 
Dat ik op mijn eigen manier contact heb met
patiënten werd me ook niet altijd in dank afgenomen. Andere
hulpverleners vonden dan dat ik te ver ging en zagen me liever
als een hulpje. Maar dan verlies je als ervaringsdeskundige je
toegevoegde waarde, vind ik. Een probleem was ook dat ik soms
uitviel. Maar het werd niet geaccepteerd als ik ’s ochtends zei
dat ik die dag te veel last had van mijn schizofrenie. Wanneer
iemand een aanval van migraine heeft, wordt dat veel gemakkelijker
aanvaard.’

Zorgmanager Wil Smits van Promenzo bevestigt dat beeld: ‘Deze
ervaringsdeskundigen hebben hun meerwaarde, juist doordat ze
redeneren vanuit het perspectief van de cliënt. Daarom zou ik
het liefst nog meer ervaringswerkers aannemen. Maar het kost
me weleens moeite om ook anderen daarvan te overtuigen.’

Wakker schudden

Ervaringsdeskundig kun je op verschillende niveaus zijn: als
hulp van de behandelaar, als trainer en docent, als zelfstandig
hulpverlener. Maar wat is dan de beste ervaringsdeskundige?
Ook onderzoeker Annette Plooy heeft niet
het antwoord op deze vraag. Ze vindt
evenals Daan Schinning dat de ervaringsdeskundige
een luis in de pels moet zijn en
niet alleen maar de verlengde arm van de
reguliere hulpverlener. Hij moet het team
juist wakker schudden. ‘De ervaringsdeskundige
moet een criticus zijn, een peer
advocate. Dat is de echte meerwaarde.
Maar die dreigt juist verloren te gaan,
enerzijds door onduidelijke functieomschrijvingen,
anderzijds door de negatieve houding
van hulpverleners.’ Plooy zei het al in eerdere
artikelen: ervaringsdeskundigen moeten
verbonden blijven aan de cliëntenbeweging.
Ze moeten degenen zijn die in de teambesprekingen
consequent de gangbare
opvattingen en behandelmethoden
uitdagen. Dat moeten dus mensen zijn
die behoorlijk stevig in hun schoenen
staan. En daar zijn er nu eenmaal niet
zoveel van.
Rik is een gefingeerde naam

zaterdag 18 september 2010

Ervaringsdeskundige in de ggz « Tistje

Ervaringsdeskundige in de ggz « Tistje
http://tistje.wordpress.com/2010/09/18/ervaringsdeskundige-in-de-ggz/

Ervaringsdeskundige in de ggz
Posted: september 18, 2010 by in beeldvorming, communicatie, diagnose, persoonlijke beleving
Tags:empowerment, ervaringsdeskundige, geestelijke gezondheidszorg, participatie, reflectie, vorming
0

Een van de sectoren die nog steeds wat achterop lijkt te hinken als het gaat om rekening te houden met de ervaringskennis van alle actoren, is wellicht die van de geestelijke gezondheidszorg.

Stiefmoederlijk behandeld

Mensen met autisme die te maken hebben (gehad) met psychische problemen worden vaak stiefmoederlijk behandeld. Ze worden al eens in een slachtofferrol geduwd. Of gebruikt als excuus voor ongewilde participatie.

Soms worden ze geacht niet in staat uitspraken te doen tegenover professionelen zoals psychologen, ergo – en psychotherapeuten, psychiaters, psychiatrisch maatschappelijk assistenten, woon –, werk – en levensloopbegeleiders.

Direct betrokkenen echte waardemeters kwaliteit van ondersteuning

Nochtans zijn het de directe betrokkenen, mensen die de ervaring met de geestelijke gezondheidszorg en met psychische problemen zelf, die het laatste woord hebben over de kwaliteit van de ondersteuning, en nog meer over het positief of negatief effect van deze ondersteuning op hun kwaliteit van bestaan.

In elk geval hebben zij veel kennis over wat kwetsbaarheid is en welke gevolgen dit heeft op hun dagelijks leven en wat helpt en wat net niet. Zij hebben ervaringskennis, zijn deskundigen eerste graad op dit vlak. Terwijl hun omgeving deskundigen zijn op vlak van het leven met hen, soms dag in dag uit, en de impact op hun relaties.

Nochtans kunnen mensen met autisme met een psychische problematiek niet zonder professionele kennis, terwijl die stervende materie blijft zonder permanent contact met ervaringsdeskundigheid.

Jammer genoeg zijn er niet zo heel veel mensen met autisme die zich voorbereid voelen of menen de nodige vaardigheden te bezitten om een functie als ervaringsdeskundige op te nemen.

Vorming ervaringsdeskundige in de geestelijke gezondheidszorg

Toevallig krijg ik vandaag in mijn mailbox een tip over een vorming ‘ervaringsdeskundige in de geestelijke gezondheidszorg’.

Een vorming die doorgaat in Mechelen (België) en georganiseerd is door een samenwerkingsverband van Ggalimero, Uilenspiegel vzw en LUCAS. De kostprijs is gratis (niet inbegrepen: vervoer en maaltijden).

Het gaat om een vorming van 4 namiddagsessies (15 & 29 november, 6 & 13 december) van vier uur. Men gaat er dus van uit dat ervaringsdeskundigen niet of hoogstens deeltijds werken.

Vorm en inhoud van de vorming

De vorming blijkt vooral een oriëntatie voor mensen die als gebruiker, cliënt of patiënt in aanraking kwamen met geestelijke gezondheidszorg of psychiatrie en hun ervaringen op een positieve wijze willen inbrengen om het gebruikers – of patiëntenperspectief te vertegenwoordigen.

De vertegenwoordigingsfunctie, slechts een van de vele manieren om ervaringen in te zetten, staat dus prominent vooraan hier.

In de folder lees ik alvast dat deelnemers leren hoe ze hun eigen verhaal met praktische methodieken kunnen inzetten en in de praktijk brengen. Hoewel er ook stil gestaan wordt bij wat ervaringsdeskundigheid is, en wat de meerwaarde kan zijn.

Maar er mag ook kritisch naar zichzelf worden gekeken. ‘Via uitwisseling staan deelnemers stil bij hun sterke punten en bij de competenties waaraan ze nog moeten werken’, staat er ook.

Voor mensen die geïnteresseerd zijn, of willen aanmelden staat er een contactpersoon : Rafael Daem (projectcoördinator) – mailadres: rafael@uilenspiegel.net. De gsm van die mens kan u via een eenvoudig mailtje opvragen, maar plaats ik hier niet om zijn privacy te beschermen.

maandag 13 september 2010

Opleidingen en scholing ervaringsdeskundigheid LOC site

Opleidingen en scholing ervaringsdeskundigheid
http://www.loc.nl/loc/p000721/ggz/thema-s-uit-de-zorg-behandel-praktijk/hee-herstel-empowerment-en-ervaringsdeskundigheid/herstel-empowerment-en-ervaringsdeskundigheid-he

Op diverse plekken in den lande kunnen (ex-)cliënten opleidingen en scholing volgen:

* Conquest in Eindhoven
Conquest is een coöperatie ontstaan uit de samenwerking van het cliëntenbelangenburo Eindhoven, Fontys Hogeschool Sociaal Pedagogische Hulpverlening en de centrale cliëntenraad GGz Eindhoven en de Kempen met ondersteuning van de GGzE. In samenwerking met het IGPB (Amsterdam) wordt een opleiding aangeboden die bestaat uit een basiscursus en verschillende vervolgcursussen. In de basiscursus komen thema's aanbod die spelen bij cliëntenparticipatie, zoals: besluitvorming, samenwerken met de hulpverlener en cliëntgestuurde projecten. Er wordt veel aandacht besteed aan het maken van een portfolio. De onderwerpen van de vervolgcursussen zijn: management van cliëntgestuurde projecten, het geven van voorlichting, kwaliteitstoetsing vanuit cliëntenperspectief, het ontwikkelen van trainingsvaardigheden en ondersteuner c.q. coach van cliëntenraden.
Informatie en contact: www.cooperatieconquest.nl en info@cooperatieconquest.nl
* HEE-programma Trimbos Instituut
Herstel, Empowerment en Ervaringsdeskundigheid (HEE) biedt effectieve werkwijzen en strategieën van mensen met psychische kwetsbaarheden om zichzelf te helpen. Het HEE-programma bestaat uit zelfhulpgroepen, studiedagen, cursussen en themabijeenkomsten.
Het HEE-team bestaat uit ongeveer 50 ervaringsdeskundige docenten. Zij verschillen als het gaat om hun ontwikkeling qua ervaringsdeskundigheid en bevoegdheid om de producten van HEE! te presenteren. HEE verzorgt trainingen en cursussen aan cliënten en medewerkers van GGz-instellingen en op diverse conferenties en evenementen, geeft les, houdt lezingen en andere presentaties en kan ingehuurd worden voor advies en consultatie.
Informatie en contact: www.trimbos.nl en hee.trimbos.nl
* ROC’s
Bij diverse opleidingsinstellingen kunnen mensen met ervaring in GGZz en verslavingszorg een beroepsopleiding volgen tot begeleider in de geestelijke gezondheidszorg met ervaringsdeskundigheid (BGE). Instellingen waar deze opleiding o.a. te volgen is: Fontys Hogeschool (Eindhoven), ROC Aventus (Apeldoorn), ROC Midden-Holland (Utrecht), ROC Zadkine (Rotterdam).
* Groninger Opleiding Ervaringsdeskundigheid
In 2005 is op initiatief van het lectoraat Rehabilitatie van de Hanzehogeschool, in samenwerking met Zorgbelang Groningen, een project gestart om mensen de mogelijkheid te bieden een opleiding te volgen tot ervaringsdeskundige. In dit project ontwikkelen en geven ervaringsdeskundigen cursussen. Er zijn diverse cursussen, die worden aangeboden aan gemengde groepen van personen met een beperking.
Informatie en contact: www.zorgbelang-groningen.nl en info@zorgbelang-groningen.nl
* GGZ Ervaringsagoog
De GGZ Ervaringsagoog (GEO) is een initiatief om te komen tot een opleiding voor ervaringsdeskundige die werkzaam zijn in de directe hulpverlening, zoals in een ACT-team, een Rehabilitatieteam, een crisisinterventieteam, een klinische afdeling, de verslavingszorg, zelfhulpgroepen in een GGz instelling, etc.
Een ervaringsdeskundige is een belangrijke versterking van het team hulpverleners.
De GEO beoogt om ervaringsdeskundigen die reeds actief zijn in een GGz team nader te scholen op het gebied van methodisch handelen, agogische vaardigheden, juridische kwesties en functioneren in een organisatie en/of een team.
Informatie en contact: www.igpb.nl en hvanhaaster@igpb.nl
* Sociaal ondernemen vanuit cliëntenperspectief (SOC)
De SOC is een opleiding voor ervaringsdeskundigen die interesse hebben in het starten van een sociale onderneming of (willen) werken als leidinggevende. In de opleiding komen onderwerpen aan bod als ervaringskennis en ervaringsdeskundigheid, cliëntsturing, duaal management, financieel beheer, leidinggevende vaardigheden, public relations, mondelinge en schriftelijke communicatie. De opleiding wordt afgesloten met het maken en presenteren van een bedrijfsplan of een projectplan op maat.
Informatie en contact: www.igpb.nl en hvanhaaster@igpb.nl
* Databank ervaringsdeskundigen
De Stichting Door en Voor heeft een databank ontwikkeld voor cliënten met evaringsdeskundigheid in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ). Via deze databank kan een beroep gedaan worden op de ervaring en kennis van cliënten of ex-cliënten en kunnen hun kwaliteiten ingezet worden bij projecten, voorlichting, cursussen en dergelijke.
De databank is opgezet door en voor evaringsdeskundigen uit de GGz om hun kennis, ervaring en vaardigheden aan te bieden aan cliëntenorganisaties, GGz-organisaties, opleidingsinstituten en andere organisaties. Er ontstaat op deze manier een overzicht van deskundigen voor de vele projecten die er al zijn en voor nieuwe projecten. Deze organisaties kunnen bij de databank de speciale kennis en ervaring verkrijgen die zij wensen. Daarop zal de databank bemiddelen in vraag en aanbod, met als doel het zo goed mogelijk inzetten van alle evaringsdeskundigen.
Informatie en contact: www.doorenvoor.nl en databank@doorenvoor.nl
Nieuwe opleiding ervaringsdeskundige van start
Feb 27, 2010 | psychologie | 510 keer gelezen | NUJIJ | Ekudos

Bron: http://www.aquariusage.com/index.cfm?newsid=7828&read=1

In september start ROC Aventus in Apeldoorn de nieuwe opleiding Begeleider Geestelijke Gezondheidszorg met ervaringsdeskundigheid (BGE). Ex-psychiatrische patiënten worden opgeleid tot bevoegd ervaringsdeskundige. Onderwijsmanager Rob Wijnands: ‘Ze moeten wel afstand kunnen nemen van hun psychiatrische verleden.’

foto voor nieuwsartikel Nieuwe opleiding ervaringsdeskundige van start / @ foto bron: UBC Library Graphics

Gedurende de tweejarige opleiding lopen de studenten drie dagen per week stage in de psychiatrie. Een dag per week worden ze gecoacht. Wijnands: ‘Ze leren hun patiëntervaring om te zetten naar deskundigheid die vereist is om huidige patiënten te ondersteunen. Daarbij mag hun verleden geen al te groot stempel op hun werkzaamheden drukken. Wil een patiënt zijn medicijnen bijvoorbeeld niet slikken, dan moet zijn begeleider niet gaan roepen: “Groot gelijk, dat heb ik ook nooit gedaan”. De studenten hebben enige vooropleiding nodig, krijgen een uitgebreide intake en worden streng geselecteerd.’

Twintig procent ervaringsdeskundigen

Aventus is niet het eerste ROC dat de opleiding aanbiedt. ROC’s in Utrecht, Eindhoven, Rotterdam en Haarlem leiden ex-psychiatrische al langer op tot BGE’ers. In Rotterdam zijn de eerste afgestudeerden al werkzaam in een ggz-instelling. Wijnands: ‘Het blijkt dat zij zich vaak beter kunnen inleven in de patiënten dan reguliere hulpverleners, waardoor patiënten hen serieus nemen. Onlangs liet een bestuurder van GGZ Eindhoven zich in een presentatie zelfs ontvallen dat wat hem betreft twintig procent van het personeel uit ervaringsdeskundigen zou mogen bestaan.’

Opleidingsniveau en kosten

De beroepsopleiding leidt studenten weliswaar op tot begeleiders in de sociale psychiatrie, maar zij kunnen ook aan de slag in andere functies binnen de ggz, bijvoorbeeld als woon- of activiteitenbegeleider. Omdat het om een deeltijdopleiding gaat, hebben de studenten geen recht op studiefinanciering. Wijnands: ‘De opleiding kost hen ongeveer 650 euro per jaar. Hiervoor zijn ze afhankelijk van hun uitkering. Helaas liggen de uitkeringsinstanties wel eens dwars omdat de studenten - wettelijk gezien - beschikbaar moeten zijn voor de arbeidsmarkt. Het blijft zoeken naar mogelijkheden, maar meestal vinden we een weg.’ (JH)

© Psy 05-06-2007.

Ervaringsdeskundigen GGzE

Ervaringsdeskundigen
Bron: http://www.ggze.nl/html/werkenbijggze_ervaringsdeskundigen.php

Bij GGzE werken ook ervaringsdeskundigen. Zij weten als geen ander wat het is om psychische problemen te hebben. Misschien heeft het lange tijd hun hele leven op z'n kop gezet, maar toch kwamen ze er weer bovenop. Met ups en downs, tegenslagen en valkuilen, dat wel. Ze hebben ontzettend veel geleerd van hun ervaringen. En het heeft hun nieuwe kracht gegeven. Ze merkten dat ze op deze manier wat kunnen betekenen voor anderen in vergelijkbare situaties. Herken jij jezelf hierin? Wil jij je kwaliteiten benutten als ervaringsdeskundige? Bekijk dan de mogelijkheden die GGzE jou kan bieden.

Als ervaringsdeskundige kun je op verschillende manieren aan de slag. Ervaringsdeskundigheid kan in betaalde- en onbetaalde functies op diverse niveaus worden ingezet. In cliëntenorganisaties, in GGZ- en andere zorg- en welzijnsinstellingen. Er zijn mogelijkheden als vrijwilliger, als stagiaire en als werknemer met een leerarbeidsovereenkomst in combinatie met een opleiding op zowel MBO- als HBO-niveau.

Wil je meer weten over werken als ervaringsdeskundige bij GGzE? Kijk dan op www.transitieprogramma.nl/ervaringsdeskundigen

Of vraag de brochure aan bij Juliëtte Hanique, secretariaat van het Transitie experiment 'Werk voor Ervaringsdeskundigen'. T: 040 - 261 39 50. E: JH.Hanique@ggze.nl

disclaimer

* Verwijzersinformatie
* Vacatures
* De Woenselse Poort
* Regionaal centrum OPSY
* Portaal 040
* Promenzo
* Meriadoc
* De Boei
* Bemoeizorg
* GGzE medisch centrum De Grote Beek
* GGzE centrum woonbegeleiding
* GGzE centrum spoedeisende psychiatrie
* GGzE centrum psychotische stoornissen
* GGzE centrum psychotrauma
* GGzE preventie en diversiteit
* GGzE centrum persoonlijkheidsstoornissen
* GGzE centrum ouderenpsychiatrie
* GGzE centrum kinder- en jeugdpsychiatrie
* GGzE centrum diagnostiek en advies
* GGzE centrum autisme volwassenen
* GGzE centrum angst- en stemmingsstoornissen

Het IGPB wil door middel van opleiding, training, cursussen en deskundigheids-bevordering, de positie van cliïënten, patiïënten en mensen met een handicap versterken en de implementatie van nieuwe ontwikkelingen ondersteunen.

Het IGPB wil door middel van opleiding, training, cursussen en deskundigheids-bevordering, de positie van cliïënten, patiïënten en mensen met een handicap versterken en de implementatie van nieuwe ontwikkelingen ondersteunen.
Bron: http://www.igpb.nl/pages/content.php?sub=5&id=19

Jaarlijks wordt het volgende aangeboden.

De TOED, traject opleiding ervaringsdeskundigheid

De TOED is een initiatief van het cliëntenbelangenbureau van de GGz Eindhoven en het IGPB, in samenwerking met de Fontys Hogeschool in Eindhoven. Doel van de opleiding is de ervaringsdeskundigheid van mensen met psychiatrische aandoeningen, te bevorderen.

De opleiding bestaat uit een basiscursus en verschillende vervolgcursussen. In de basiscursus komen thema's aanbod die spelen bij cliëntenparticipatie, zoals besluitvorming, samenwerken met de hulpverlener en cliëntgestuurde projecten. Er wordt veel aandacht besteed aan het maken van een portfolio. De basis cursus duurt 14 weken en kost 1.100 euro.

De onderwerpen van de vervolgcursussen zijn: management van cliëntgestuurde projecten, het geven van voorlichting, kwaliteitstoetsing vanuit cliëntenperspectief, het ontwikkelen van trainingsvaardigheden en ondersteuner c.q. coach van cliëntenraden.

Onderwerpen:

dag 1. inleiding op het programma en portfolio groepen
dag 2. formuleren doelen en maken van eigen verhaal
dag 3. oplossingen zoeken, crisiskaart en portfolio
dag 4. besluitvorming over hulpverlening en WGBO
dag 5. vervolg dag 3
dag 6. samenwerking met je hulpverlener en zelfhulp
dag 7. evalueren, feed back geven, portfolio
dag 8. geschiedenis clientenbeweging, beleid formuleren
dag 9. gezamenlijk oplossingen zoeken, portfolio
dag 10. zelfhulpgroepen, herstelgroepen
dag 11. clientenraden
dag 12. clientgestuurde projecten
dag 13. kwaliteitstoetsing en onderzoek
dag 14. afsluiting portfolio

In september 2010 start een nieuwe basiscursus. Voor de informatiefolder en een inschrijfformulier klik hier.

Voor informatie en aanmelding Harrie van Haaster of Saskia van Dorp , 020 - 620 47 41, e-mail hvanhaaster@igpb.nl, svandorp@igpb.nl

De GEO, GGz Ervaringsagoog

De GEO is een initiatief van 5 organisaties - Arkin (voorheen Mentrum/Jellinek), Roads, IGPB, HvA, en Anoiksis - om te komen tot een opleiding voor ervaringsdeskundige die werkzaam zijn in de directe hulpverlening, zoals in een ACT team, een Rehab team, een crisisinterventieteam, een klinische afdeling, de verslavingszorg, zelfhulpgroepen in een GGz instelling, etc.

Een ervaringsdeskundige is een belangrijke versterking van het team hulpverleners.

De GEO beoogt om ervaringsdeskundigen die reeds actief zijn in een GGz team nader te scholen op het gebied van methodisch handelen, agogische vaardigheden, juridische kwesties en functioneren in een organisatie en/of een team. De opleiding duurt zes maanden en kost 1200 euro.

Voor informatie over de GEO opleiding: Harrie van Haaster, 020 - 620 47 41, email hvanhaaster@igpb.nl

Leiding geven, Management en Sociaal Ondernemen vanuit Cliëntenperspectief (SOC)

De SOC is een opleiding voor ervaringsdeskundigen die interesse hebben in het starten van een sociale onderneming of (willen) werken als leidinggevende. In de opleiding komen onderwerpen aan bod als, ervaringskennis en ervaringsdeskundigheid, cliëntsturing, duaal management, financieel beheer, leidinggevende vaardigheden, public relations, mondelinge en schriftelijke communicatie. De opleiding wordt afgesloten met het maken en presenteren van een bedrijfsplan of een projectplan op maat.

De opleiding wordt gegeven in Amsterdam en kost 3000 euro

Informatie bij Harrie van Haaster, tel 020 - 620 47 41 of e-mail hvanhaaster@igpb.nl

Cursus opzetten van en leidinggeven aan supportgroepen voor stemmenhoorders

De ervaring die in Engeland is opgedaan met ongeveer 180 actieve supportgroepen, laat zien dat deze groepen voor stemmenhoorders erg nuttig zijn. Onderzoek heeft aangetoond dat voor mensen die een supportgroep volgen de kans veel kleiner is om opgenomen te worden. De cursus is bedoeld voor ervaringsdeskundigen en hulpverleners die een supportgroep willen gaan starten

De docenten van deze cursus zijn Marius Romme en Jacqui Dillon. Sind 1987 doet Marius Romme samen met Sandra Escher onderzoek naar stemmen horen vanuit de ervaring van stemmenhoorders. Jacqui Dillon is stemmenhoorster met veel ervaring in het begeleiden van groepen stemmenhoorders, zowel nationaal als internationaal.

De voertaal van de cursus is engels en de kosten bedragen 700 euro.

Voor meer informatie, Gerda Scholtens, tel 020 - 620 47 41 of email gscholtens@igpb.nl

Het RSC-GGZ versterkt, via vernieuwende projecten, de positie van (ex)GGZ-cliënten. Met sommige projecten, zoals het Steunpunt Wonen en de cursus ‘Herstellen Doe Je Zelf’, was het RSC-GGZ zelfs landelijk koploper.

RSC-GGZ
Bron: http://www.rsc-ggz.nl/

Heb je te maken met de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) in Midden of West Brabant? Dan kun je voor informatie, ondersteuning en dienstverlening terecht bij het Regionaal Service Centrum GGZ.

Wat doet het RSC-GGZ?

Het RSC-GGZ versterkt, via vernieuwende projecten, de positie van (ex)GGZ-cliënten. Met sommige projecten, zoals het Steunpunt Wonen en de cursus ‘Herstellen Doe Je Zelf’, was het RSC-GGZ zelfs landelijk koploper. Voortdurend ontwikkelt het RSC-GGZ nieuwe initiatieven. Bovendien werkt het RSC-GGZ samen met Zorgbelang Brabant. Bijzonder is dat bij het RSC-GGZ voornamelijk ervaringsdeskundigen werken. Dit zijn mensen die zelf cliënt zijn geweest van de GGZ en nu hun ervaring inzetten om de positie van andere (ex)cliënten te verbeteren.


Wat betekent: ‘Empowerment’, de manier van werken van het RSC-GGZ

Het RSC-GGZ werkt volgens het principe van ‘Empowerment’. ‘Empowerment’ was en is het kernwoord van het RSC-GGZ. Dit betekent, vrij vertaald, het beste in mensen naar boven halen en hun sterke punten stimuleren. Zo zijn er verschillende projecten die de positie van (ex)cliënten uit de GGZ versterken. Een voorbeeld is het project Steunpunt Wonen, waarbij mensen inspraak hebben in waar ze willen wonen. De ‘empowerment gedachte’ is ook van toepassing op de medewerkers van het RSC-GGZ. Door bij het RSC-GGZ betaald of onbetaald te werken, draaien de medewerkers mee in de samenleving en krijgen ze nieuwe kansen.
Van zolderkamer naar zorgboulevard; wat is de achtergrond van het RSC-GGZ?

In 1993 startte het RSC-GGZ op een zolderkamer aan de Piushaven in Tilburg met alleen een coördinator en een secretaresse. Inmiddels is het RSC-GGZ uitgegroeid tot een goed draaiend bureau met enkele beroepskrachten en zo’n 40 à 50 vrijwilligers en heeft zijn plek gevonden op de zorgboulevard van Midden en West Brabant! Daar vindt u het RSC-GGZ in het pand van Zorgbelang aan de Lage Witsiebaan 2b in Tilburg. Ook de Thuiszorgwinkel van Thebe en de Huisartsenpost zitten op de zorgboulevard. Dat al deze organisaties bij elkaar zitten, maakt het voor u wel zo overzichtelijk!
Welke projecten heeft het RSC-GGZ?

Het RSC-GGZ ontwikkelt projecten om de positie van (ex)GGZ-cliënten te verbeteren en te versterken. Als een bepaalde vorm van dienstverlening ontbreekt die de positie van GGZ-cliënten versterkt, speelt het RSC-GGZ daar op in met een nieuwe activiteit of een nieuw project.

Voorbeelden van projecten zijn:

* Infodesk
* Het Familie Servicepunt
* Steunpunt Wonen
* Steunpunt PGB
* Zorgconsulenten
* Crisisconsulent

Voorbeelden van cursussen:

* Cursus ‘Herstellen doe je zelf’
* Cursus ‘Samenspel 2000’
* Cursus ‘Werken met je eigen ervaring’
* Cursus ‘Woonoriëntatie’
* Cursus ‘Crisiskaart’
* Cursus ‘Uitbreiding sociaal netwerk’

Overzicht scholing cliëntondersteuning ggz

Deze tekst is één van de instrumenten opgenomen in Cliëntondersteuning GGZ vormgeven in de praktijk. Instrumenten voor steunpunten. (Meije, D.M.G., C.M. Brink, en M. Scholte ). Dit document wordt in de tekst ‘handleiding’ genoemd. Meer instrumenten zijn te vinden in de genoemde publicatie en op www.clientondersteuningggz.nl.

Overzicht scholing cliëntondersteuning ggz

Inhoudsopgave

Inleiding 93
Huidige situatie bij de steunpunten cliëntondersteuning ggz 93
Het bestaande cursusaanbod voor ggz-cliëntondersteuners 94
Mogelijke inhoud scholing cliëntondersteuner ggz 96
Tot slot 97
Gebruikte literatuur 98
Bijlage: 1 Scholing van Mee-consulenten 99
Bijlage: 2 Scholing voor ouderenadviseurs 101

Overzicht scholing cliëntondersteuning ggz
Inleiding
In tegenstelling tot de situatie bij de MEE-organisaties en de ouderenadviseurs is er nooit structureel aandacht besteed aan de scholing van de verschillende medewerkers van de ggz-steunpunten. Anno 2006 is er geen specifieke scholing voor ggz-cliëntondersteuners beschikbaar.

Het doel van dit overzicht is meerledig. Allereerst worden de medewerkers van de steunpunten geïnformeerd over het bestaande cursusaanbod. Daarnaast wordt een aanzet gegeven tot het inhoudelijk ontwikkelen van een toekomstig scholingsaanbod. Dit onderdeel is van belang voor degenen die de scholing in de toekomst vorm gaan geven. Afgevaardigden vanuit de steunpunten zouden hier zeker bij betrokken moeten worden. Nu de cliëntondersteuning voor de mensen met psychische en/of psychosociale problematiek onder gemeentelijke regie komt, zal ook het gesprek over de financiering van de scholing met de gemeenten gevoerd moeten worden. Dit overzicht zal het gesprek hierover tussen de betrokken partijen mogelijk openen.

In dit overzicht wordt niet ingegaan op de didactische werkvormen en de exacte inhoud van de cursussen. De inhoud van de scholing dient in de toekomst ook besproken te worden met de bestaande kenniscentra ggz en de Vakvereniging voor Ervaringswerkers die recentelijk is opgericht. Het spreekt voor zich dat dit alles in overleg met de toekomstige aanbieder(s) van de scholing nader ontwikkeld moeten worden.

Huidige situatie bij de steunpunten cliëntondersteuning ggz

De meeste steunpunten cliëntondersteuning ggz en hun voorlopers zijn nooit structureel gefinancierd. Veel medewerkers werken er op vrijwillige basis. Dit heeft vanzelfsprekend gevolgen voor de professionaliseringsgraad van de medewerkers. Langzamerhand is er wel een verschuiving gaande. Bij de ggz-steunpunten werken nu in de regel één of meerdere betaalde krachten die meestal een dubbele functie bekleden: coördinator en cliëntondersteuner. Deze betaalde krachten hebben doorgaans hbo-niveau verkregen door opleiding of werkervaring (Meije & Hoof 2006). De steunpunten benadrukken dat de vrijwillige werknemers van de steunpunten ook op hbo-niveau kunnen functioneren. Het is alleen niet als functie-eis geformuleerd.
Geen steunpunt is het zelfde, alle steunpunten hebben een eigen geschiedenis en achtergrond en dat heeft zijn weerslag op de diversiteit van het personeelsbestand. Steunpunten die door een ggz-instelling gefinancierd zijn, hebben dikwijls één of meerdere betaalde medewerkers en vrijwilligers met cliëntervaring in dienst. De betaalde medewerker was doorgaans voor de komst van het steunpunt al werkzaam bij de instelling. Bij de steunpunten die door de cliënten zelf zijn opgezet, werken betaalde cliëntondersteuners die veelal ervaringsdeskundig zijn. Dit laatste geldt ook voor de vrijwilligers die er werken.
De functies coördinator en cliëntondersteuner zijn doorgaans betaalde banen. Als deze functie bij een steunpunt vacant is, wordt van de nieuwe medewerker functioneren op hbo-niveau gevraagd. Kandidaten met ervaringsdeskundigheid worden veelal expliciet verzocht om te reageren. Bij gelijke geschiktheid heeft iemand met ervaringsdeskundigheid voorkeur. Het is niet bekend welke vooropleiding en werkervaring de huidige cliëntondersteuners hebben.

Het huidige scholingsaanbod voor de werknemers van de steunpunten bestaat uit cursussen die meestal door de cliëntenbeweging zelf ontwikkeld zijn (Van den Eeden-Van Beerendonk & Bool 2002). Deze cursussen gaan bijvoorbeeld over het inzetten van de eigen cliëntervaringen voor andere cliënten. Veel van de medewerkers van de steunpunten hebben één of meerdere cursussen gevolgd.
Het bestaande cursusaanbod voor ggz-cliëntondersteuners

Cursusaanbod Coöperatie Conquest
- Training opleiding ervaringsdeskundigheid (TOED)
TOED is gericht op het inzicht in de eigen hulpverleningsgeschiedenis en die van medecursisten. Daarnaast gaat het om het opsporen en versterken van de persoonlijke kwaliteiten. Bij deze cursus wordt gewerkt aan het verbeteren van de competenties die nodig zijn voor informatie- en adviesverstrekking en het geven van voorlichting.
Aandacht wordt besteed aan:
- het verzamelen en analyseren van informatie
- communiceren
- het kunnen hanteren van de relatie met de cliënten
- methodisch werken
- het verantwoorden van de werkwijze
- samenwerking
- professionele ontwikkeling
- het verwerven van ervaringskennis en de relatie met andersoortige kennis
- het werken met opgebouwde ervaringskennis
- het verdiepen van ervaringskennis tot ervaringsdeskundigheid
- het cliëntenperspectief

Voor het volgen van de TOED is geen specifieke vooropleiding vereist. Na de basiscursus kunnen cursisten nog een aantal kopcursussen volgen waaronder de cursus ‘het geven van voorlichting en consulten’. Het doel van deze kopcursus is dat ervaringsdeskundigen vanuit cliëntperspectief, gebruik makend van hun ervaringsdeskundigheid, op professionele wijze informatie, voorlichting en advies kunnen geven aan cliënten, mensen uit hun sociale netwerk en beroepskrachten (in opleiding).
Informatie: Coöperatie Conquest
www.cooperatieconquest.nl
tel.: 040-2970245

Cursusaanbod Per Saldo, de vereniging van budgethouders
Per Saldo heeft een cursusaanbod ontwikkeld voor PGB-consulenten. De consulenten worden geschoold in de wet en regelgeving rond het verkrijgen van een PGB. Ook de administratieve verplichtingen en de recente ontwikkelingen komen aan de orde. Tot een jaar geleden ontving Per Saldo een subsidie om de PGB-consulenten te scholen en voorlichtings- of uitwisselingsbijeenkomsten te organiseren voor deze consulenten. Door het wegvallen van de subsidie zijn nu kosten verbonden aan deze dienstverlening.
Informatie: Per Saldo
www.pgb.nl
tel.: 0900 7424857

Cursusaanbod Belangenorganisatie cliënten ggz LPR
De LPR heeft een cursusaanbod dat gericht is op het vergroten van de deskundigheid bij mensen die betrokken zijn bij onder andere de cliëntenraden, regionale cliëntenorganisaties, klachten- en cliëntencommissies en consumer run projecten.
Met name het deskundigheidsprogramma voor coaches, ondersteuners en cliëntvertrouwenspersonen is relevant voor de medewerkers van de steunpunten cliëntondersteuning. Dit programma omvat de volgende onderdelen:
- intervisiebijeenkomsten
- introductiecursus Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen
- training adviesvaardigheden
- training interactievaardigheden
Informatie: LPR
www.lpr.nl
tel.: 030 2933233
Herstel initiatieven
In dit kader is het ook van belang om de verschillende herstel initiatieven te noemen die op verschillende plaatsen in het land ontwikkeld zijn: Samenwerken aan herstel en Herstellen doe je zelf. Cliënten van de ggz onderzoeken gezamenlijk het begrip ‘herstel’ in hun eigen leven en leren naar zichzelf te kijken op een nieuwe manier. De aandacht verschuift zo van ziekte, symptomen en patiënt zijn naar herstel, mogelijkheden en actief zijn in het eigen leven, in de GGZ en daarbuiten.
Informatie: Samenwerken aan herstel
Wilma Boevink, Trimbos-instituut
tel.: 030-2971100
RPCP Midden Brabant: Herstellen doe je zelf
www.rpcp.org
tel.: 013-5942190

Cursusbureau NIZW
- Telefonisch adviseren: Mogelijkheden en grenzen van telefonisch hulp verlenen en advies geven
- Digitale dienst- en hulpverlening: Doorgronden en beantwoorden van vragen via E-mail
- Assertiviteit: Opkomen voor je persoonlijke belangen met respect voor de ander
- Omgaan met grensoverschrijdend gedrag: Hoe kun je sturen in een conflictsituatie en daarbij de eigen gedrag controleren?
Informatie: NIZW
www.nizw.nl
tel.: 030-230 63 11

NIGZ
- Voorlichten met Internet: het gebruik van internet als communicatie-instrument: Bij deze cursus staat centraal hoe internet gebruikt kan worden bij gezondheidsvoorlichting, wat een goede website is, en hoe u de inhoud en bouw van uw eigen website kunt bepalen.
- Zoeken en vinden op internet: Deze cursus leert u hoe u makkelijker een weg kunt vinden. Naast de theorie is er veel gelegenheid om met behulp van opdrachten het zoeken op Internet te oefenen.
- Patiëntenvoorlichting in ziekenhuizen: In deze uitgebreide training leert u doelgericht gebruik te maken van diverse voorlichtingsmethoden. U krijgt diverse manieren aangeboden hoe u intern aan de weg kunt timmeren en hoe u beleid en organisatie van patiëntenvoorlichting kunt vormgeven. Daarnaast leert u doelgericht diverse voorlichtingsmethoden te gebruiken en leert u hoe u managers en hulpverleners kunt motiveren en stimuleren in het omgaan met weerstanden.
- Voorlichting en presenteren: Hoe zet ik een aansprekende voorlichting op? Hoe presenteer ik? Waar moet ik allemaal rekening mee houden als ik een cursus ga geven? Welke werkvormen en hulpmiddelen passen bij de doelen die ik wil halen? Hoe evalueer ik mijn bijeenkomst? Of het nu gaat om een presentatie, een voorlichtingsbijeenkomst of een cursus van meerdere bijeenkomsten steeds zul je als professional in de preventie en zorg in je eigen praktische situatie een antwoord op deze vragen moeten vinden.
Informatie: NIGZ
www.nigz.nl
tel.: 0348-43 76 00

Stichting Pandora
- Voorlichting door (ex) psychiatrische patiënten: Stichting Pandora geeft mondelinge en schriftelijke voorlichting over het hebben van psychische en/of psychiatrische problemen. Het belangrijkste doel hierbij is het algemene publiek kennis en informatie te verschaffen en zo vooroordelen over mensen met psychi(atri)sche problemen te bestrijden, zodat hun maatschappelijke positie en hun bejegening verbetert.
Informatie: Stichting Pandora
www.pandora.nl
tel.: 020 6123699
Odyssee Maatschappelijke ontwikkeling
- Begeleiden van groepsgewijs lotgenotencontact: U verkrijgt inzicht in de mogelijkheden en beperkingen van diverse vormen van groepsgewijs lotgenotencontact en uw taak als begeleider. U oefent gespreksvaardigheden en het begeleiden van groepsgewijs lotgenotencontact. Na afloop van de training weet u wat er bij de begeleiding van groepen komt kijken en u beschikt over de benodigde kennis, houding en vaardigheden.
- Telefoontraining: ondersteunen vanuit ervaringsdeskundigheid: U werkt met een basisstructuur voor een telefoongesprek en oefent gespreksvaardigheden en telefoongesprekken. Na het volgen van de trainingen kunt u vanuit uw ervaringsdeskundigheid telefonisch ondersteuning en advies geven. U bent op de hoogte van de daarbij horende basishouding, -kennis en -vaardigheden.
Informatie: Odyssee Maatschappelijke ontwikkeling
www.odyssee-groep.nl
tel.: 043-3525762

Cursussen die door verschillende patiëntenorganisaties geboden worden
- Individueel lotgenotencontact: Om goed beslagen ten ijs te komen volgen nieuwe vrijwilligers van de patiëntenorganisaties een cursus 'Individueel Lotgenotencontact'. In deze cursus wordt geoefend in het voeren van gesprekken met lotgenoten. Een contactpersoon die hiervoor speciaal is getraind, is hiertoe beter in staat.
Informatie: Google op ‘Individueel lotgenotencontact’

Academie voor Psychiatrie
- Verkort traject tot begeleider in de ggz met ervaringsdeskundigheid (BGE)
Deze scholing leidt niet op tot cliëntondersteuner maar tot hulpverlener: Sociaal Pedagogisch Werker niveau 4 (SPW4 is mbo-niveau). De deelnemers kunnen na het behalen van hun diploma gaan werken als (assistent) begeleider in de ggz. De opleiding is relevant omdat er ervaring is opgedaan in het scholen van deelnemers met ervaring als cliënt in de ggz. Deze ervaring is bruikbaar bij het ontwikkelen van een nieuw aanbod.
Informatie: Academie voor Psychiatrie
www.academievoorpsychiatrie.nl
tel.: 023-536 0666

Mogelijke inhoud scholing cliëntondersteuner ggz
Afgeleid van de scholing voor de MEE-consulenten en de ouderenadviseurs (Bijlage 1 & 2) kunnen onderwerpen beschreven worden die in een scholingsaanbod voor ggz-cliëntondersteuners aan de orde kunnen komen. Hierbij worden zijdelings ook enige coördinatievaardigheden opgenomen omdat de cliëntondersteuner momenteel vaak de coördinerende taak op zich neemt.
Het scholingsaanbod dient aan te sluiten bij de kerntaken en de functie-eisen zoals ze geformuleerd zijn in de functieprofielen voor de cliëntondersteuner, de coördinator en de informatiemedewerker.

Ontwikkeling van de attitude:
- bejegening
- leren open staan voor ervaringskennis cliënten
- benadering die gericht is op regieversterking van de cliënt
- communicatievaardigheden: verbaal- en non-verbaal
- cliëntgerichtheid en cliëntperspectief
- grenzen stellen en bewaken
- overdracht en tegenoverdracht
- omgaan met cultuurverschillen
- omgaan met gedragsproblemen
- omgaan met emoties

Kennis over het functioneren van de zorg- en dienstverlenende voorzieningen en de aanpalende sectoren in de regio, waaronder:
- instellingen en hulpverleners in de geestelijke gezondheidszorg
- voorzieningen in de maatschappelijke dienstverlening
- aanbod van cliënten- en familie organisaties
- aanbod van zelfhulporganisaties en lotgenotencontact
- instellingen op het gebied van werk en inkomen
- welzijnsorganisaties
- zorgverzekeraars
- indicatieorganen
- alternatieve hulpverlening
- PGB-hulpverleners
- MEE-organisaties, ouderenadvisering, steunpunten mantelzorg

Kennis van de meest voorkomende psychiatrische ziektebeelden, waaronder:
- stemmingsstoornissen
- schizofrenie en andere psychotische stoornissen
- angststoornissen
- dissociatieve stoornissen
- persoonlijkheidsstoornissen
- aan middelen gebonden stoornissen

Kennis van de doelgroep van een steunpunt cliëntondersteuning ggz:
- mensen met psychische en/of psychosociale problemen
- mensen met verslavingsproblematiek
- mensen die dak- of thuisloos zijn
- mensen die zorg mijden

Kennis en vaardigheden horende bij informatie- en adviesverstrekking en ondersteuning:
- gespreksvaardigheden
- zoekvaardigheden en –strategieën
- adviesvaardigheden
- vraagverheldering
- presentatievaardigheden
- telefoon- en E-mailafhandeling
- netwerkontwikkeling en samenwerking met externe partijen
- kennis van (juridische) procedures, cliëntenrechten en klachtenmogelijkheden

Coördinatievaardigheden en kennis van personeelsbeleid
- aansturen van medewerkers waaronder vrijwilligers
- werven van vrijwilligers
- betrekken medewerkers bij ontwikkelingen steunpunt
- (verder) ontwikkelen werkprocessen in het steunpunt
- PR steunpunt
- ontwikkeling kwaliteitsbeleid steunpunt
- coaching
- supervisie en intervisie
Tot slot
De steunpunten cliëntondersteuning ggz zijn volop in ontwikkeling en op vele fronten zal er nog veel werk verzet moeten worden. Het ontwikkelen van de scholing is één van de speerpunten. Cliënten van de steunpunten worden geholpen door een goed geschoolde cliëntondersteuner en dat komt de dienstverlening ten goede. De cliëntondersteuners ontwikkelen een visie op cliëntondersteuning en kunnen beter richting geven aan de ontwikkeling van hun steunpunt. Scholing bewerkstelligt dat de cliëntondersteuning meer dan nu het geval is op een eenduidige kwalitatief goede manier aangeboden wordt in alle steunpunten. Dit is wezenlijk voor alle cliënten van de steunpunten.

Gebruikte literatuur

CHE transfer. Post-HBO-opleiding Ouderenadviseur 2005-2006. 2005-2006. 2005. Ede, Christelijke Hogeschool Ede.
CVO. Leergang ouderenadviseur. http://www.cvo.vu.nl/onderwijs/ouderenadviseurs.htm. 2006.
Lammersen, G. S. P. 2003, Herijkt functieprofiel ouderenadviseur NIZW, Utrecht.
MEE Nederland 2005a, Cursusaanbod Deskundigheidsbevordering eerste semester 2006 Mee Nederland.
MEE Nederland 2005b, Studiegids VSID MEE Basiscursus 0511 Mee Nederland.
Meije, D. & Van Hoof, F. 2006, Cliëntondersteuning voor mensen met psychische of psychosociale problemen. Resultaten van een quickscan. Trimbos-instituut, Utrecht.
Smets & Hover 2005, MEE diensten 2005 MEE Nederland, Utrecht.
Van den Eeden-Van Beerendonk, I. & Bool, M. 2002, Geïnformeerd: opzet en beschrijving informatiecentra geestelijke gezondheid Trimbos-instituut, Utrecht.

Bijlage 1 Scholing van MEE-consulenten

In deze bijlage wordt de scholing voor de MEE-consulenten onder de loep genomen. Voor de MEE-consulenten bestaat er een basisopleiding, het opleidingstraject Verdere Scholing in Dienstverband (VSID) van MEE Nederland (MEE Nederland 2005a;MEE Nederland 2005b).
Het cursusaanbod van MEE Nederland wordt landelijk aangeboden maar in-compagnie is ook mogelijk: op maat gesneden naar de wensen van een individuele MEE-organisatie.

Doelgroep:
MEE Nederland heeft een opleidingstraject voor nieuwe medewerkers (het basisdeel VSID) Het scholingsaanbod is ook voor medewerkers die het diploma VSID-MEE (voorheen VSID-SPD) inmiddels hebben behaald of op een andere wijze zijn geschoold. Deze medewerkers kunnen hun competenties uitbreiden waar het gaat om nieuwe producten of nieuwe werkwijzen. Op deze wijze kunnen naast de MEE-consulenten ook managers en receptie- en baliepersoneel gebruik maken van cursussen of trainingen.

De consulenten die nu aangenomen worden bij de MEE-organisaties zijn doorgaans hbo-opgeleid. In de tijd dat de MEE-organisaties nog Sociaal Pedagogische Diensten waren, zijn ook medewerkers aangenomen die mbo-opgeleid zijn. Bij de MEE-organisaties werken dus vooral hbo-ers, gemiddeld betreft dat 82 procent van de medewerkers. De hbo-ers werken doorgaans als consulent. Gemiddeld bestaat het personeelsbestand van een MEE-organisatie voor 12 procent uit mbo-ers. Deze mbo-ers werken in de regel als informatiemedewerker.

De doelgroep van de verschillende cursussen wordt gekoppeld aan de diensten. Bij de MEE wordt namelijk gewerkt met diensten:
A Informatieverstrekking en advisering
B1 Vraagverduidelijking
B2 Aanvragen en realiseren van externe dienstverlening en zorg
B3 Klacht en (voorkomen van) bezwaar en beroep
B4 Monitoring en evaluatie van externe dienstverlening en zorg
B5 Ondersteuning in crisissituatie
C Volledige beeldvorming
D Kortdurende en kortcyclische ondersteuning
E Cursussen in kleine of grote groepen.

De cursus Telefonische cliëntondersteuning en –advisering is bijvoorbeeld bestemd voor medewerkers in de diensten A, B en D.

Inhoud:
Het opleidingstraject bestaat uit een aantal stoornisgebonden cursussen (bijvoorbeeld rond autisme) en cursussen die meer betrekking hebben op de inhoud van de cliëntondersteuning (bijvoorbeeld presentatietechnieken). Een aantal cursussen kent een modulaire opbouw: eerst moet deel één gevolgd worden voordat met deel twee gestart kan worden.
In het navolgende wordt opgesomd welke cursussen beschikbaar zijn.
De opsomming geeft een overzicht van de veelheid aan relevante thema’s die voor een deel MEE-doelgroep gebonden zijn en voor een ander deel van belang zijn voor cliëntondersteuning in meer brede zin. Bij de MEE komen bijvoorbeeld veel cliënten met auditieve beperkingen, een specifiek cursus aanbod om deze doelgroep goed te bedienen is dus relevant. Bij de ggz-steunpunten komt een enkele keer een cliënt met deze beperking en een apart cursusaanbod voor deze doelgroep lijkt hier dus niet op zijn plaats.
Met name het niet doelgroep gebonden deel is van belang voor de medewerkers van een steunpunt cliëntondersteuning ggz. De duur van de cursussen varieert van 1 tot en met 18 dagdelen.

Cursusaanbod MEE (MEE Nederland 2005a)

In het navolgende een opsomming van het aanbod dat MEE in het eerste semester van 2006 aanbiedt en de cursussen die op een later tijdstip aangeboden worden.

Arbeid
- Arbeidsintegratie (basiscursus en vervolgcursus)
Auditieve beperking
- Gebarentaal
- Doven en slechthorenden aan balie en telefoon
- Informatie en advies aan dove en slechthorende cliënten
- Vraagverduidelijking bij dove en slechthorende cliënten
- Kortcyclische ondersteuning bij dove en slechthorende cliënten
Autisme
- Spectrum van autistische stoornissen
- Autisme en gezinsbegeleiding
- (Jong)volwassenen met autisme spectrum stoornis en partner
- Autisme en behandelingsvormen (verdiepingscursus)
- Autisme en crisisinterventie (verdiepingscursus)
- Kind met autisme spectrum stoornis en gezin (verdiepingscursus)
Begeleiding bij verslavingsgedrag
Communicatie
- Digitale cliëntondersteuning en –advisering
- Presentatietechnieken
- Telefonische Cliëntondersteuning en –advisering
- Zoekvaardigheden en strategieën
- Non-verbale werkvormen
- Receptie en klantgerichte telefoonbehandeling
Contextuele visie en begeleiding
Groepswerk als methode in de cliëntondersteuning
Juridische aspecten in dienst- en hulpverlening
Kortdurende pedagogische ondersteuning
Kortdurend werken
Netwerk MEE
Niet-aangeboren hersenletsel
- Cliënten met niet-aangeboren hersenletsel
- Gevolgen van niet-aangeboren hersenletsel
- Begeleiding van cliënten met niet aangeboren hersenletsel
Omgaan met cultuurverschillen
Omgaan met verslavingsgedrag van mensen met een handicap
Onderhandelen tussen vraag en aanbod
Ondersteuning lichamelijk gehandicapten en chronisch zieken
Ouder begeleiding
Persoonsgebonden budget
Projectmatig werken
Psychopathologie
Sociale zekerheid voor mensen met een handicap
Sterk overkomen
Supervisie en coaching
Taksatieschaal (basiscursus en opfriscursus)
Visuele beperking
- Informatie en advies aan blinde en slechtziende cliënten
- Vraagverduidelijking bij blinde en slechtziende cliënten
Vraagverduidelijking bij mensen met een handicap

Bijlage 2 Scholing voor ouderenadviseurs

Verschillende organisaties bieden cursussen aan voor vrijwillige ouderenadviseurs, waaronder welzijnsorganisaties en ouderenbonden.
NIZW Zorg ontwikkelt momenteel een cursusboek, docentenhandleiding en trainersinstructies voor vrijwilligers in ouderenadvisering. Het materiaal omvat modulen voor cursisten en docenten. Het materiaal zal bijvoorbeeld worden gebruikt in een docentenopleiding van een ouderenbond.
Naast informatieoverdracht krijgt ook het aanleren van vaardigheden de aandacht.
De volgende thema’s komen onder andere aan de orde:
- profiel ouderenadviseur
- samenwerking beroepskrachten en vrijwilligers in de ouderenadvisering
- gesprekstechnieken
- grenzen en adviesvaardigheden

Verschillende hogescholen bieden scholing aan voor professionele ouderenadviseurs. Een drietal opleidingen worden in dit document verkend namelijk:
- Leergang Ouderenadviseur van VDO Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
- Leergang Ouderenadviseur van Centrum voor verouderingsonderzoek (CVO) in samenwerking met de Inholland Academy.
- Post-HBO-opleiding Ouderenadviseur Christelijke Hogeschool Ede (CHE)


Leergang Ouderenadviseur van VDO

Doelgroep:
De scholing is bedoeld voor ouderenadviseurs met een hbo- of mbo-opleiding en tenminste drie jaar werkervaring.

Inhoud:
Het programma bestaat uit drie modulen, elk van zes lesdagen.
Het VDO sluit aan bij de taakgebieden en competenties van het functieprofiel voor een ouderenadviseur, zoals omschreven door het NIZW (Lammersen 2003)
Module 1: Inleiding en oriëntatie op ouderenadvisering en het beroep van ouderenadviseur.
Module 2: De methodiek van het adviseren van ouderen
Module 3: Beleid maken en leiding geven in de ouderensector

Programma module 1:
- Ontwikkelingen in de ouderenzorg en het ontstaan van ouderenadvisering
- Het functieprofiel en competenties van de ouderenadviseur in relatie tot andere werkers in de ouderensector
- Visie op zorg en hulpverlening aan de oudere mens: oud worden en zijn in onze cultuur
- Doelgroepen van ouderenadvisering
- De methodiek van de ouderenadviseur: vraagverheldering
- Planmatig werken (casemanagement)
- De maatschappelijke context en de middelen


Programma module 2:
- Methodisch werken aan welzijn van ouderen; van voorlichting tot persoonlijke begeleiding
- Uitgangspunten voor advisering en begeleiding
- De vraagverheldering (2) in relatie tot wonen, gezondheid, welzijn en financiën
- Specifieke problemen van ouderen en mogelijkheden voor ouderen
- Complexe problematiek bij ouderen
- Het opstellen van een plan: doelen stellen en afspraken maken
- Werken met een plan en de sociale context van de oudere
- Psychogeriatrische problematiek
- Psychiatrische en gedragsproblematiek
- Het werven en begeleiden van vrijwilligers
- Omgaan met cultuurverschillen

Programma module 3:
- Werken vanuit (ouderen) organisaties
- Sociale kaart en netwerken ten behoeve van de oudere
- De maatschappelijke context, wetgeving en de financiële middelen
- Informatie- en registratiemodel: trajectbegeleiding
- Het ontwikkelen van lokaal beleid met betrekking tot ouderen
- Samenwerking op lokaal- gemeentelijk- en regionaal niveau
- Actuele ontwikkelingen en onderzoek landelijk en Europees
- Onderzoek en kwaliteitszorg met betrekking tot ouderenadvisering
- Professioneel statuut en beroepscode
- Leiding geven aan ouderenwerk


Leergang Ouderenadviseur van CVO(CVO 2006)

Doelgroep:
De scholing is bedoeld voor deelnemers die in het bezit zijn van een relevant hbo-diploma.

Inhoud:
De opleiding duurt 15 dagen en is opgebouwd uit vijf modulen:
1. Oriëntatie op de functie ouderenadviseur
2. Veroudering en verouderingsonderzoek
3. Methodiek van ouderenadvisering
4. Samenwerken
5. Kwaliteitszorg en innovatie
6. Coaching, intervisie en praktijkleren

Het CVO sluit aan bij de taakgebieden en competenties van het functieprofiel voor een ouderenadviseur, zoals omschreven door het NIZW (Lammersen 2003)
In de opleiding wordt aandacht besteed aan allochtone ouderen.


Post-HBO-opleiding Ouderenadviseur CHE(CHE transfer 2005)

Doelgroep:
- hbo-opgeleiden op terrein van zorg en welzijn
- uitvoerende maatschappelijk werkers met ervaring in het samenwerken met een ouderenadviseur
- leidinggevenden met ervaring in de praktijk van het ouderenwerk
- andere professionals die in hun werk veel te maken krijgen met de doelgroep ouderen

Inhoud:
De cursus duurt tien dagen en de volgende onderwerpen komen aan de orde:
- Visies op zorg- en hulpverlening aan de oudere
- Ontwikkelingen in de ouderenzorg
- Draaglast en draagkracht van de ouderen, hoe daar zorgvuldig op in te spelen
- Specifieke psychosociale aspecten en problematiek
- Psychiatrische problematiek
- Verschillende culturele achtergronden
- Zingeving en levensbeschouwing
- Complexe problematiek, zoals ouderenmishandeling
- Netwerken en casemanagement
- Wonen, zorg en welzijn en toekomstgericht werken

Samenvatting scholing ouderenadviseurs
De beschreven scholingsprogramma’s zijn doorgaans bedoeld voor deelnemers die hbo-opgeleid zijn, alleen VDO richt zich ook op mbo-ers. VDO stelt daarnaast eisen aan de werkervaring van de deelnemers en bij de doelgroep van CHE wordt specifieke werkervaring van de deelnemers genoemd.
De cursusduur varieert van 10 tot 18 dagen. Net als bij het scholingsaanbod van MEE Nederland, is er een onderscheid te maken tussen onderdelen die specifiek op de doelgroep gericht zijn en onderdelen die meer gericht zijn op de inhoud van de cliëntondersteuning.
De beschrijving van de drie scholingsprogramma’s wisselt qua gedetailleerdheid maar een aantal thema’s komt terug: de inhoud van de functie ouderenadviseur, methodiek en visieontwikkeling, specifieke problematiek van ouderen en samenwerking.

Opleiding voor ervaringsdeskundigen TOED-opleiding en GEO-opleiding

Cliëntenatlas

TOED-opleiding en GEO-opleiding
Cursussen
Bron: http://www.netclienten.nl/atlas/index.php?cat=3&sub=2&ad=38&verslag=1&plaats=0

Opleiding voor ervaringsdeskundigen
TOED-opleiding en GEO-opleiding
Wibautstraat 80-86
1091 GP Amsterdam
T
020 - 625 31 11
E
hvanhaaster@igpb.nl
W
www.igpb.nl
TOED staat voor Training Opleiding ErvaringsDeskundigheid. GEO staat voor GGZ Ervaringsagogische Opleiding. Beide opleidingen worden gegeven aan de Hogeschool van Amsterdam, afdeling Maatschappij en Recht op bovenstaand adres.

Voor informatie en aanmelding kun je terecht bij Harrie van Haaster of Saskia van Dorp van het IGPB.
E-mail:
hvanhaaster@igpb.nl
svandorp@igpb.nl
In de lente van 2009 heb ik de TOED-opleiding gedaan. TOED staat voor Training Opleiding ErvaringsDeskundigheid. Dat is een soort basiscursus van veertien lessen waarin je leert hoe je vorm kan geven aan je eigen ervaringsdeskundigheid als (ex-)cliënt.
Lestijden en medestudenten
De lessen waren op vrijdagen want dat is de dag waarop de meeste cliënten niet in hun raad of zo werken. De lessen duurden van 10.00 tot 17.00 of 16.00 uur. Dat is best zwaar want het zijn lange en intensieve dagen. Zeker als je niet meer gewend bent om te studeren en ook als je de andere dagen moet werken. In mijn groep zaten 32 studenten. Ik heb één keer een dag overgeslagen omdat de informatie van die les mij al wel bekend was. Het grootste deel van mijn medestudenten waren jonge mensen, die vanuit cliëntenraden of andere belangenorganisaties aan de opleiding waren begonnen. Ook een aantal mensen van de 'welzijnkant' deed mee: buurthuiswerkers. Maar de meesten kwamen vanuit raden, ook van buiten Amsterdam.

Ontstaan van de opleiding
De opleiding is ontstaan uit een duidelijke behoefte, want steeds meer (ex-)cliënten werken als ervaringsdeskundige. Ik ben bij deze opleiding gekomen toen ik er bij HVO-Querido over hoorde. De opleiding komt voort uit een samenwerking van de Hogeschool Amsterdam en het Instituut voor Gebruikersparticipatie en Beleid (IGPB). Ik heb de lessen gevolgd aan de Hogeschool van Amsterdam, afdeling Maatschappij en Recht aan de Wibautstraat.

Lesprogramma
De onderwerpen van de lessen waren zeer verschillend. In een van de eerste bijeenkomsten vertelden de studenten in kleinere groepjes over hoe zij ervaringen hadden opgedaan in de psychiatrie. Dit waren natuurlijk heel persoonlijke verhalen. We leerden elkaar op deze manier al best een beetje kennen. Andere lessen hadden als onderwerp HEE (Herstel, Empowerment en Ervaringsdeskundigheid). Wetten zoals de WGBO (Wet Geneeskundige Behandel Overeenkomsten) en BOPZ (Bijzondere Opname Psychiatrische Ziekenhuizen). Geschiedenis van de Gekkenbeweging, geschiedenis over de eerste instellingen, de Krankzinnigenwet. De crisiskaart en zelfbeschikkingsrecht, zorgkwaliteit/zorginkoop (daarover heeft een cliëntenraad adviesrecht). Er waren ook lessen over hoe je je kan opstellen in een belangenorganisatie. Bijvoorbeeld over diplomatieke en sociale vaardigheden: je professioneel leren opstellen. Of hoe je je kan opstellen ten opzichte van andere cliënten. Jij bent in functie als ervaringsdeskundige, als het ware voor hen een deur, een advocaat en een adviseur. De lessen werden door verschillende docenten gegeven, elk over hun eigen expertise.

Portfolio
Gedurende de opleiding maakten we een portfolio. Dat is een eigen boek waarin je op een rij zet wat je allemaal geleerd hebt. Over de cursussen, opleidingen, en ook wat je geleerd hebt van je eigen aandoening, hoe je los gekomen bent van je problematiek. Je leert een leeg hoofd te maken, zodat je goed naar anderen kan luisteren, elkaar laat uitpraten. Je leert feedback te geven, niet te betuttelen, en vorm te geven aan jouw ervaringsdeskundigheid, je kennis toe te passen in de praktijk, en waar je grenzen liggen.

Presentatie
Uiteindelijk heeft elke cursist een presentatie gegeven over zijn ervaringsdeskundigheid. Ik liet een schilderij zien van eigen werk. In de presentatie kwam naar voren hoe jij je eigen herstelproces hebt doorgemaakt. Daarmee laat je zien dat je meer bent dan alleen cliënt of je diagnose. Dit bewustzijn is in de GGZ nog weinig doorgedrongen. Als je ‘binnen bent’ in de GGZ leer je niet echt wat. Bijv. wel achter de bar staan, maar je leert niet inkopen te doen voor de bar of een sociale hygiëne-opleiding te doen. Terug in de maatschappij word je dan in het diepe gegooid.

Is de opleiding een aanrader?
Ja, de opleiding heeft mij geholpen om me sterker in mijn schoenen te voelen staan en het helpt cliënten te emanciperen. Ik zit nu in verschillende landelijke platforms en een enkele medecursist heeft een baan als teamleider. Het daagt uit en je behoefte om te ontplooien wordt versterkt. Maar er zijn ook minpunten. Ervaringsdeskundigen worden nog steeds slecht betaald en daardoor voelt het alsof we ook slecht gewaardeerd worden. Ervaringsdeskundigen voelen zich daardoor slecht erkend.

Kosten
De kosten zijn best hoog: € 1.100,- . Maar er zijn financieringsmogelijkheden. Informeer hiernaar bij het IGPB, want er zijn verschillende mogelijkheden. Bijvoorbeeld het innovatiefonds van je cliëntenraad of uit deskundigheidsbevorderingsmiddelen. Het IGPB weet veel van de mogelijkheden en denkt echt met je mee.
Ria Mulder
9 september 2009

De patiënt als hulpverlener

De patiënt als hulpverlener
Bron: http://www.ikonrtv.nl/daw/uitzending.asp?lIntItem=2&lIntEntityId=116

Hoe vaak ga je ziek worden? Deze vraag wordt aan Marga Figlarz tijdens een sollicitatiegesprek voor de functie jongerenbegeleider gesteld. Figlarz is een zogenaamde ervaringsdeskundige; een ex-patiënt die in de psychiatrische zorg werkt.
En zij is niet de enige... Steeds meer mensen werken als zogenaamde ervaringsdeskundigen in de psychiatrische zorg. Wat betekent dat in de praktijk? Zijn deze werknemers bijvoorbeeld kwetsbaarder dan gemiddeld?

Inmiddels is er een MBO-opleiding voor ervaringsdeskundigen en omdat deze zo goed bevalt komt er volgend jaar een HBO-opleiding in Eindhoven. Roxanne Vernimmen is bestuursvoorzitter van het Utrechtse Altrecht, een van de grootste instellingen voor geestelijke gezondheidszorg in Nederland. Vernimmen wil dat binnen vijf jaar 1 op de 10 van hun personeelsleden ervaring heeft als patiënt. Ervaringsdeskundigen brengen volgens haar namelijk iets extra’s mee in de behandeling. Zo zal een ex-verslaafde eerder moeilijke momenten herkennen dan iemand die niet verslaafd is geweest. Ook zijn de ervaringsdeskundigen een rolmodel voor de patiënten, omdat zij hèt bewijs zijn dat herstel mogelijk is. Op de vraag of de behandeling op deze manier niet te persoonlijk wordt, zegt Vernimmen dat het goed is de discussie te blijven voeren over hoeveel afstand hulpverleners moeten bewaren.

De 31-jarige Marga Figlarz was negen jaar zwaar verslaafd aan de speed. Na een ontwenningskliniek en jarenlange therapie slaagt zij er nu al geruime tijd in van de drugs af te blijven. Sterker nog: zij werkt momenteel als begeleider bij ABC, een Utrechtse instelling voor jongeren met een psychotische stoornis.
ABC is een gespecialiseerde voorziening voor rehabilitatie en behandeling van jongvolwassenen met een psychotische stoornis. De instelling biedt zowel ambulante hulp als een tijdelijke klinische opname. ABC is onderdeel van Altrecht; een overkoepelende instelling voor geestelijke gezondheidszorg.

Op dit moment bieden de GGZ-instellingen werk aan ongeveer vijftig voormalige psychiatrisch patiënten. Bestuursvoorzitter Roxanne Vernimmen van Altrecht verwacht dat hun aantal de komende jaren fors gaat stijgen. In de Verenigde Staten, Groot-Britannië en Nieuw-Zeeland heeft de inzet van ex-patiënten in de geestelijke gezondheidszorg zijn nut al bewezen. Vernimmen verwacht dat zorginstellingen in heel Nederland de komende jaren ervaringsdeskundigen in dienst nemen. (Bron: ANP, 22-02-2008)

Opleidingen
Anderhalf jaar geleden begon de eerste opleiding voor ervaringsdeskundigen, bij het Utrechtse ROC Midden-Nederland. Inmiddels lieten meer dan honderd ex-patiënten zich scholen tot medewerker in de geestelijke gezondheidszorg. Initiatiefnemer Rob Ruijs roemt vooral het enthousiasme van de nieuwe medewerkers: ‘Deze mensen zijn optimaal gemotiveerd voor de patiënten. We kunnen heel veel leren van mensen die zelf ook een verleden in de psychiatrie hebben.’ De ervaringsdeskundigen geven hoop aan patiënten die zich in een schijnbaar uitzichtloze situatie bevinden. "Ik ken er die zelf in een isoleercel hebben gezeten. Ze hebben nu een baan en dat maakt indruk op patiënten die het nu zelf helemaal niet meer zien zitten. Dat is een hoopgevende gedachte voor mensen die zijn opgenomen.’
Het ROC Zadkine in Rotterdam is naast het ROC Midden-Nederland de tweede opleiding in Nederland die een opleiding aanbiedt voor ervaringsdeskundigen die aan de slag willen in de geestelijke gezondheidszorg. Er zijn daar ongeveer zestig van deze studenten.
(bron: Novum, 22-02-2008)

GGZ Eindhoven is op dit moment bezig met de voorbereidingen van een HBO-opleiding voor ervaringsdeskundigen. Waarschijnlijk start deze opleiding in 2009.

Zondag 16 maart 2008
7:05 - 8:00
Radio 1

Maatwerktraject begeleider GGz met ervaringsdeskundigheid

Maatwerktraject begeleider GGz met ervaringsdeskundigheid
Bron: http://www.zadkine.nl/smartsite16103.html


Schooljaar: 2010-2011
Kwalificatieniveau: 4
Duur: 3 jaar
Beroepsbegeleidende leerweg
92662 - Medewerker volwassenenwerk niveau 4


Wat doe je als begeleider GGz met ervaringsdeskundigheid?
Als begeleider GGz werk je in de geestelijke gezondheidszorg. Daar begeleid je mensen met langdurige en ernstige psychische problemen:

* in het dagelijks leven;
* in het omgaan met anderen en
* in het (opnieuw) innemen van een betekenisvolle plek in de samenleving.

Samen met de cliënt zoekt de begeleider naar wensen en doelen op levensterreinen als wonen, werken, leren, vrijetijdsbesteding en sociale contacten. Hierbij is het uitgangspunt dat de cliënt zoveel mogelijk de regie houdt over zijn eigen leven en waar nodig gesteund wordt door zijn omgeving. Zijn wensen, doelen, mogelijkheden en de kracht van het eigen herstelproces staan centraal. Je werkt samen in een team met collega’s en onderhoudt contacten met familie, vrienden en professionele ondersteuners van andere organisaties.

Wat houdt de opleiding BGE in?
Deze opleiding BGE is gericht op (aspirant-)deelnemers die zelf ervaring hebben opgedaan als cliënt in de geestelijke gezondheidszorg. Zij kunnen in combinatie met deze beroepsopleiding hun ervaringskennis ontwikkelen tot ervaringsdeskundigheid. De opleiding is een beroepsbegeleidende opleiding, wat wil zeggen een dag per week naar school en negentien klokuren per week beroepspraktijkvorming (bpv). De bpv kan alleen plaatsvinden in een door de OVDB (landelijk kwaliteitsorgaan) erkende werk- of stageplek.

De BGE-opleiding is als volgt ingedeeld:

Programma BGE voortraject (ongeveer zes maanden). Belangrijke onderdelen tijdens het voortraject zijn:

* kennismaking met beroep, werkveld, groepsgenoten en jezelf als toekomstig beroepskracht;
* onderzoeken van eerder opgedane kennis, vaardigheden en inzicht (portfolio, assessment);
* onderzoeken en oefenen van startvaardigheden (communicatieve en leervaardigheden);
* opstellen individueel leerplan met afspraken over leerdoelen en toetsing.

Programma BGE middentraject (eerste opleidingsperiode - twaalf maanden).
Het middentraject vormt het centrale deel van de opleiding en bestaat uit een aanbod van agogische vakkennis, vaardigheidstraining en theorie in combinatie met eigen praktijkinbreng vanuit de stage.
Belangrijke onderdelen zijn reflectieve vaardigheden, ontwikkeling beroepshouding, beroepsethiek, ontwikkeling van werkrelatie met cliënten, professioneel omgaan met eigen ervaringen, methodisch werken, werken met individuen en groepen, rehabilitatiebenadering, betekenis herstel en presentie, maken van een begeleidingsplan, gespreksvaardigheden, presentatie en profilering, psychopathologie, cliëntenadvisering en -participatie, etc.

Via de vijftien tweewekelijkse supervisiegesprekken leer je praktijkervaringen te verbinden met je eigen levenservaring en deze te ontwikkelen tot ervaringsdeskundigheid die je professioneel in kunt zetten. Je leert reflecteren op je eigen leren en functioneren in het werk en in de opleiding en ontwikkelt daarmee samenhangende persoonlijke leerdoelen.

Programma BGE eindtraject (tweede opleidingsperiode - ongeveer zes maanden).
Het eindtraject heeft het karakter van een individueel traject waarin gewerkt wordt aan verdieping en het onderzoeken van de individuele mogelijkheden tot doorstroming naar werk en eventueel vervolgonderwijs.

Individuele studie- en loopbaanbegeleiding wordt geboden in de vorm van een aantal consultgesprekken. Iedere deelnemer heeft tijdens de opleiding een persoonlijke coach die vanuit de opleiding ook het contact met de praktijkinstelling onderhoudt.
De opleiding werkt met compentiegericht onderwijs en is sterk praktijkgericht. De leerstof is onderverdeeld in deelkwalificaties en wordt tussentijds op school en in de praktijkinstelling getoetst.
De opleiding kwalificeert op SPW4-niveau en je kunt kiezen voor een afstudeerrichting Woonbegeleiding of Activiteitenbegeleiding. Voor de diplomering moet je kunnen aantonen dat je kunt voldoen aan de competenties die van een beginnend beroepskracht worden verwacht.

Wanneer kun je met de opleiding starten?
De opleiding start in september van het schooljaar. De opleidingsdag is op donderdag of vrijdag.

Je kunt met de opleiding beginnen als je kunt aantonen aan de volgende criteria te voldoen:

* een diploma vmbo in de theoretische leerweg, de kaderberoepsgerichte leerweg of de gemengde leerweg. Hoewel de opleiding geen eisen stelt aan het profiel worden de sectoren zorg en welzijn sterk aanbevolen;
* minimaal diploma vbo met drie vakken op c-niveau, waaronder Nederlands (overige vakken minimaal op b-niveau);
* of diploma mavo of overgangsbewijs van 3 naar 4 havo of vwo;
* relevante werkervaring in de praktijk van de GGz;
* eigen ervaring als cliënt van een GGz-instelling;
* minimum leeftijd 18 jaar.

Toelating wordt pas definitief na een intakegesprek en het inleveren van de noodzakelijke documenten. Voor degenen die onvoldoende vooropleiding hebben om met een beroepsbegeleidende leerweg te starten, kan Zadkine in sommige gevallen dispensatie en ondersteuning verlenen. Wordt niet voldaan aan bovengenoemde voorwaarden, dan moet rekening worden gehouden met een langere opleidingsduur.
Veel aspirant-deelnemers hebben nog geen arbeidscontract. Zij zullen hun uitkerende instantie tijdig moeten betrekken bij hun plannen, dat wil zeggen toestemming vragen voor het volgen van de opleiding en meestal ook ondersteuning vragen bij de financiering.

Wat kun je met je diploma?
Met het diploma kun je onder andere werken bij instellingen voor beschermd wonen, dagactiviteitencentra, rehabilitatiecentra, beschermd/begeleid werken, verslavingszorg, maatschappelijke opvang, ACT-teams, cliëntenorganisaties, etc.
Bijzonder aan de begeleider GGz is dat deze zelf ervaring heeft opgedaan als cliënt in de GGz. Tijdens de opleiding heeft hij geleerd deze ervaring op een professionele wijze in te zetten in begeleidingsrelaties. Daardoor heeft hij een meerwaarde in het groeiende aantal GGz-functies, waarin deze ervaringsdeskundigheid als een kwaliteit wordt beschouwd.
De behaalde competenties op het gebied van ervaringsdeskundigheid worden weergegeven in een bijlage bij het reguliere SPW4 diploma.

Wat kost de opleiding?
Je dient met de volgende kosten rekening te houden:

* Lesgeld dat jaarlijks wordt vastgesteld door het ministerie van OCW
* Bijdrage voor leer- en hulpmiddelen, dit is een vaste bijdrage voor onder meer verzekeringen en lesmaterialen die jaarlijks opnieuw wordt vastgesteld
* Aanschaf leerboeken en eventuele reiskosten

Deelnemers van een beroepsbegeleidende opleiding komen niet in aanmerking voor studiefinanciering. Deelnemers met een arbeidscontract kunnen hun werkgever aanspreken op een bijdrage in de financiering van de opleiding. Bent je afhankelijk van een uitkerende instantie, neem dan zo snel mogelijk contact op om hun medewerking te vragen bij het realiseren van uw werk- en scholingsplannen. Wij adviseren je om in een zo vroeg mogelijk stadium te informeren naar de mogelijkheden tot ondersteuning en het aanvragen van financiering van de opleiding (bijvoorbeeld via aanvragen IRO. Daaraan voorafgaand of tegelijkertijd kunt je je bij ons melden om een afspraak maken voor een aanmeldingsgesprek of een oriënterend gesprek.

Hoe kom je aan meer informatie?
Neem contact op met de onderstaande locatie:
Zadkine
Opleidingencentrum Welzijn, Sport & Cultuur

Benthemstraat 15 (vind locatie in Google Maps)
3032 AA Rotterdam
T (010) 243 34 99
F (010) 243 34 00

Contactpersoon aanmelding: Janneke Zoutendijk
E bge@zadkine.nl

Aparte website voor instellingen en geïnteresseerden
Het maatwerktraject BGE heeft meer (achtergrond)informatie online beschikbaar als elektronische nieuwsbrief.

Cliëntenparticipatie in de GGZ heeft tot dusverre verschillende fasen gekend.

Tranzo Zorgsalon
Bron: http://www.uvt.nl/faculteiten/fsw/departementen/tranzo/zorgsalon/AnnettePlooy.pdf
Cliëntenparticipatie in de GGZ heeft tot dusverre verschillende fasen gekend. In de jaren
zestig en zeventig stond de strijd van de cliëntenbeweging vooral in het teken van de
erkenning van fundamentele rechten. Vooral van het recht gevrijwaard te worden van dwang.
Gedwongen opname, isolatie, dwangmedicatie en electroshock stonden boven aan de agenda.
Toen in deze strijd eenmaal belangrijke successen waren geboekt, verschoof het accent naar
participatie op het niveau van beleid. De eerste cliëntenraden verschenen en
cliëntenorganisaties schoven aan in adviescommissies en besturen. Deze ontwikkeling werd
geconsolideerd door de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen en ondersteund door
de LPR, die bijdroeg aan de ontwikkeling van de kwaliteit van cliëntenraadswerk. Op het
niveau van overheidsbeleid zijn de belangrijkste cliëntenorganisaties, verenigd in het Platform
GGZ, inmiddels erkende gesprekspartners.
De volgende fase was die van de opkomst van cliëntgestuurde projecten. Met name op het
gebied van belangenbehartiging namen cliënten hun lot in eigen hand. Steunpunten en
cliëntenbelangenbureaus werden opgezet, om mede-cliënten van informatie en advies te
voorzien. En cliënten organiseerden hun eigen arbeidsrehabilitatie, via de opzet van eigen
bedrijfjes. De term “participatie” kreeg vanaf deze fase een andere betekenis. Was de strijd er
eerst op gericht te mogen deelnemen binnen het domein van de psychiatrie, deelnemen aan
beslissingen over je eigen behandeling en je eigen lichaam en deelnemen aan het gesprek over
de organisatie van de zorg, nu kreeg participatie meer het karakter van deelname aan de
samenleving, van onafhankelijk burgerschap.
Parallel hieraan liep de opkomst van zelfhulpgroepen in de GGZ. Net als in de
verslavingssector al eerder was gebeurd, ontdekten psychiatrische cliënten hun zelfhelend
vermogen en het helend vermogen van peer support. Onvrede met de reguliere psychiatrie
vormde een belangrijke voedingsbodem voor de opkomst van zelfhulp. Onvrede over
medicalisering en vernietigende prognoses. Onvrede ook over verwaarlozing en het ontbreken
van adequate ambulante ondersteuning. Cliëntgestuurde projecten en zelfhulpgroepen hadden
in wezen dezelfde boodschap: wij kunnen het zelf en wij helpen onszelf.
Met de groei van zelfhulp werd een aanzet gegeven tot weer een accentverschuiving. Was
belangenbehartiging en participatie in beleid in eerste instantie nog voornamelijk gericht op
de randvoorwaarden van de zorg, nu is het accent verschoven naar de inhoud van die zorg.
Het gaat niet alleen meer om de verdediging van rechten, en ook niet meer alleen om de
manier waarop de zorg georganiseerd wordt. Het gaat nu ook om deskundigheid over de zorg
zelf, over adequate vormen van ondersteuning van mensen met psychiatrische problemen.
Cliënten betreden het domein van de hulpverlener. Ervaringsdeskundigheid heeft zijn intrede
gedaan.
Dit is voor een deel nog participatie: cliënten en ex-cliënten nemen deel aan het
hulpverleningsproces. In toenemende mate als lid van multidisciplinaire hulpverleningsteams.
Maar voor een ander deel hebben cliënten de boel ook gewoon overgenomen. We zien dit het
duidelijkst in de herstelbeweging. De herstelprogramma’s bouwen op de kracht van zelfhulp
en ervaringsdeskundigheid als de voornaamste bronnen van ondersteuning voor mensen met
langdurende psychische problemen. De herstelbeweging heeft de werkzame bestanddelen van
de eerdere zelfhulpgroepen gesystematiseerd en omgezet in programma’s en cursussen die
voor iedere cliënt bruikbaar zijn, over de grenzen van ziektebeelden heen. Die programma’s
en cursussen hebben een zelfstandig karakter, los van psychiatrische behandeling en
begeleiding. De leiding is geheel in handen van ervaringsdeskundigen en de inhoud berust
geheel op die deskundigheid. Dit is geen participatie meer; dit is overname van de macht.
Vanuit cliëntenperspectief is het van belang zowel een eigen ondersteuningsaanbod te
ontwikkelen als invloed uit te oefenen op de reguliere zorg. Want we kunnen nu eenmaal niet
geheel buiten die reguliere zorg. Dit roept de vraag op welke betekenis
ervaringsdeskundigheid kan hebben voor hervormingen in de GGz. En wat hiervan de
grenzen zijn.
De groeiende vraag naar ervaringsdeskundigen als medewerkers in de hulpverlening roept
vooralsnog veel verwarring op. Zowel bij de hulpverleningsteams als bij de
ervaringsdeskundigen zelf. Die verwarring heeft betrekking op verschillende aspecten:
- wat is eigenlijk de inhoud van ervaringsdeskundigheid?
- hoe verhoudt ervaringsdeskundigheid zich tot professionele kennis?
- en wat is de meest geëigende functionele rol voor een ervaringsdeskundige binnen de
zorg?
Ik zal niet pretenderen daar nu een antwoord op te kunnen geven. Maar het is wel van belang
te constateren dat de definitie van ervaringsdeskundigheid, of liever gezegd de inhoudelijke
invulling van ervaringskennis, nog verre van duidelijk is. Inmiddels zijn door vele bekenden
in het circuit prachtige definities geformuleerd, maar het feit blijft dat ervaringskennis, de
basis van ervaringsdeskundigheid, nog weinig systematisch is beschreven. En ervaringskennis
is moeilijk toetsbaar. Ervaringskennis lijkt vooral op belevings- en betrekkingsniveau
betrekking te hebben. Ervaringskennis als de kennis van lijden, en van de behoefte om met
respect en aandacht benaderd te worden. Ervaringsdeskundigheid wordt dan opgevat als het
vermogen om psychiatrische cliënten herkenning en begrip te bieden en op een
gelijkwaardige manier te bejegenen.
De rol van ervaringsdeskundigen in de zorg, bij voorbeeld in ACT-teams, is momenteel dan
ook vooral die van contact-maker. De ervaringswerker weet de zogenaamde zorgmijders vaak
gemakkelijker te benaderen. Ervaringsdeskundige medewerkers wekken vertrouwen, en
kweken daarmee als het even kan ook vertrouwen in de zorg. Ervaringswerkers in ACT-teams
worden vaak als bruggenbouwers aangeduid.
Ik denk echter dat we het begrip ervaringsdeskundigheid te kort doen als we het inhoudelijk
beperken tot herkenning en bejegening. Cliënt zijn van de langdurige psychiatrie kan niet
alleen kennis opleveren over het leven met een psychische aandoening, maar ook over de aard
van psychische klachten, de wortels van psychische klachten in de levensgeschiedenis, over
werkzame en niet-werkzame behandelmethoden en over bruikbare overlevingsstrategieën. Dit
is inhoudelijke kennis, kennis die verder gaat dan bejegening. Daar wordt nog te weinig
gebruik van gemaakt. Sterker nog: ik denk dat veel ervaringswerkers zich zelf niet van deze
kennis bewust zijn. Dat ze zelf niet weten dat ze door hun eigen ervaring en door de
uitwisseling met mede-cliënten potentiële autoriteiten zijn op het gebied van de inhoud van
psychiatrische behandeling en begeleiding.
Deze lijn kan worden doorgetrokken naar cliëntenparticipatie in wetenschappelijk onderzoek.
We hebben hierin een ontwikkeling gezien van de cliënt als onderzoeksobject naar de cliënt
als informatiebron tot de cliënt als onderzoeksassistent. Het was al een hele winst toen
cliënten voor het eerst werd gevraagd naar hun mening over de kwaliteit van de zorg die zij
ontvingen. Nu worden ervaringsdeskundigen ingezet als degenen die cliënten de vragen
stellen.
Maar de inzet van cliënten als afnemers van grotendeels gestructureerde interviews blijft zich
bewegen op het bejegenings- en contactniveau. Alsof de betekenis van hun
ervaringsdeskundigheid beperkt blijft tot laagdrempeligheid en het wekken van vertrouwen.
In werkelijkheid is het heel goed mogelijk dat ervaringskennis belangrijke kwalitatiefwetenschappelijke
componenten heeft, in de zin van inzicht in de adequate vraagstelling en in
de interpretatie van resultaten. Analyse van persoonlijke en relationele processen is immers
niet afhankelijk van strikte logica of methodologie. Inzicht is zeker zo belangrijk. Er is dan
ook veel voor te zeggen om ervaringsdeskundigen bij het gehele onderzoeksproces in te
zetten: van de formulering van de onderzoeksvraag tot aan de analyse van de gegevens en het
trekken van conclusies. En dan moet het niet blijven bij consultaties.
Het mooiste is als cliënten op eigen kracht het gehele onderzoeksproces bestieren. Als een
ervaringsdeskundige variant van de science practitioner. In plaats van zelf ingehuurd te
worden als interviewers, kunnen cliënten dan wetenschappelijk onderzoekers inhuren voor
het praktische handwerk. Terwijl de cliënten zelf de conclusies trekken. Dat is pas
emancipatorisch.
De grenzen van het nut van de inzet van ervaringsdeskundigheid in en om de GGz zijn nog
lang niet bereikt. We zijn nog maar net begonnen. In de ruimte om de GGz heen kunnen
cliëntgestuurde herstelprogramma’s verder worden uitgebouwd. In de Verenigde Staten ken je
de zogenaamde peer support centers, cliëntgestuurde centra waar mensen met psychische
problemen allerlei vormen van ondersteuning kunnen krijgen, van crisisinterventie tot aan een
toevluchtsoord om in een moeilijke periode te verblijven, als alternatief voor psychiatrische
opname. Een soort Wegloophuis waarin ook gewerkt wordt aan herstel. Wellicht zien we in
Nederland binnenkort ook dergelijke centra, waar puur op basis van ervaringsdeskundigheid
een breed alternatief zorgaanbod ontwikkeld wordt.
En in de GGz zelf kan ervaringsdeskundigheid nog veel substantiëler worden aangewend.
Zowel in termen van betaalde banen – want die zijn nog steeds beperkt – als in termen van de
reikwijdte van de rol die aan ervaringsdeskundigheid wordt toegekend. Die rol moet voorbij
bejegening en bruggenbouwen worden getild. Anders wordt ervaringsdeskundigheid niet
meer dan een vaardigheid, een competentie. Deskundigheid berust op kennis, en die kennis
moet niet worden onderschat. Ervaringsdeskundigen combineren inzicht en informatie over
precies dezelfde zaken als waar professionele kennis betrekking op heeft: de aard en oorzaak
van psychische klachten en de beste manier om deze klachten te bestrijden en sociale rollen te
vervullen. De bronnen van dat inzicht en die informatie zijn niet alleen subjectief:
ervaringskennis is mede gebaseerd op objectieve informatie waartoe professionele
hulpverleners en onderzoekers veel moeilijker toegang hebben. Informatie van cliënten over
de inhoud van hun symptomen, wat stemmen zeggen en welke invloed dat op ze heeft.
Informatie van cliënten over hun levensgeschiedenis, de trauma’s die zij hebben opgelopen en
de rol die dit heeft gespeeld bij het ontstaan van hun klachten. Informatie over de invloed van
medicijnen op hun psychisch herstel. En informatie over werkzame overlevingsstrategieën.
Dit alles is meer toegankelijk voor ervaringsdeskundigen dan voor professionals, omdat
cliënten dit eerder prijsgeven aan hun gelijken, aan mensen bij wie ze herkenning verwachten.
Zo ontstaat vanuit het betrekkingsniveau objectieve kennis, kennis die gelijkwaardig is aan de
kennis van professionals.
Aan de cliëntenbeweging is de taak om ervaringskennis meer handen en voeten te geven, om
het te objectiveren, te beschrijven. Hierbij moeten we niet schuwen om ons uit te spreken over
psychiatrische paradigma’s, zoals de validiteit van DSM-IV als bron van diagnosestelling, de
geldigheid van schizofrenie als ziektebeeld en het vermijden van prikkels en stress als
methode van ziektemanagement. Ervaringskennis bestrijdt ook de gangbare prognoses voor
herstel van psychiatrische aandoeningen, en de manier waarop dit herstel kan worden bereikt.
Ervaringsdeskundigen die worden aangesteld in de hulpverlening dienen deze kennis te
beheersen. Zij dienen op de hoogte te zijn van collectieve ervaringen en inzichten van cliënten
van de psychiatrie. Het wordt tijd om ervaringsdeskundigheid te professionaliseren. Een
ervaringswerker in een ACT-team is dan niet een hulpverlener met ervaringsdeskundigheid,
of een ervaringsdeskundige hulpverlener, maar vertegenwoordiger van een aparte discipline.
Een discipline met een eigen professionele legitimiteit en eigen verantwoordelijkheden. En
met een gedegen vooropleiding, niet gericht op het aanleren van hulpverlenersvaardigheden,
maar op het verwerven van collectieve kennis en het vertalen van die kennis in een kritische
houding binnen hulpverleningsteams. Zo kan ervaringsdeskundigheid inhoudelijk groeien en
een belangrijke bijdrage leveren aan verbetering van de zorg